Gerrit van Dalfsen
De Kanoclub Rotterdam heeft een lange traditie in het deelnemen aan de Pallietertochten in Lier (B). Op de club hangt een kast vol met Pallieteralia. Mijn vorige Pallietertocht was meer dan 20 geleden. Het werd weer eens tijd om op Pallietervaart te gaan.
Traditioneel worden twee tochten gevaren rondom Lier. In ieder geval op een van de Nete’s. Dit jaar ook op de Rupel. Dit zijn getijdenriviertjes die in verbinding met de Schelde staan. En ze kunnen geducht stromen.
Zaterdag een tocht van zo’n 24 km met opkomend tij vanaf Niel op de Rupel en op de Nete. Je kon je kano op een grote trailer leggen en zelf in de bus stappen naar het beginpunt. De Rupel is bekend van zijn klei en bakstenen. Daarvan resten alleen nog een aantal schoorstenen van vergane steenfabrieken. De Rupel en de Nete stromen binnen hoge dijken die deels zijn begroeid met springbalsemien. Op een aantal plaatsen zijn lange stalen trappen op de oevers gelegd om met de kano in en uit te kunnen stappen.
Zaterdagavond het traditionele feest in het clubhuis. De mosselen waren vervangen door pizza’s. En weer een live orkest, dat zich inspande het publiek in beweging te krijgen met de lichtjes van de schelde.
Kamperen kon je nog steeds op het terrein van het Koninklijk Technisch Atheneum in Lier, en oudgediende Mary-Lou kwam de laatste wederwaardigheden nog even vertellen.
Zondag een tochtje rond het stadje. Eerst een afvaart van de Nete. Een echte afvaart met stroming in de buitenbochten en keerwaters in de binnenbochten. Dan met zijn allen versassen in de sas van Duffel, waar je een paar meter werd opgetild naar het Netekanaal. Na een aantal kilometers varen konden we terrassen bij de andere kanoclub van Lier. En daarna nog even doorvaren en weer overdragen vanuit het kanaal naar de Nete, waar je met nog steeds afstromend water weer terug kon varen naar de eerste kanoclub van Lier.
Op de terugweg waren er de traditionele Belgische omleidingen, maar daar zijn we wel weer uitgekomen.
Ella, Jaap, Mary, Gerrit.