Maastocht – Magische Maas beleving bij het vallen van de avond. Tekst: Adri 11 deelnemers, 14 km
Omstreeks 18:30 vertrek bij hoogwater met windje mee vanaf het strandje nabij de Brienenoordbrug. In formatie naar de Zuidoever en stroomopwaarts op de Nieuwe Maas en als je van techniek houdt is er veel te zien. Voor de andere saai? Zeker niet, het drukke verkeer zorgt voor beroering in het water, versterkt door het terugkaatsen van de kademuren. Bij de splitsing Noord (richting Dordrecht) en Lek, vanaf de voormalige villa van de Directeur van Scheepswerf L. Smit & Zn (nu Royal IHC), steken we terug naar de Noordoever. In de luwte van een rietzoom van natuurgebied de Zaag pauzeren we kort.
Dan gaat het stroomopwaarts en in een fluweeloranje schemering glijden we betoverd terug naar Rotterdam.
Een bijzondere belevenis op de Maas met dank aan de toerleider Harm.
Waar de gedachten uitgingen naar een rustige tocht in een ontluikende Lentestemming werd dit voor ondergetekende een 5 km lange rollercoaster met windkracht 5 over de Noordeinderplas.
Harm (toerleider) maneuvreerde ons vaardig door het vredige en fraaie veenlandschap naar de Noordeinderplas. Eenmaal op de plas begon het feest. We gingen pal in de wind westwaarts richting Nieuwkoop. Wind en golven van 50-70cm resulteerden bij mij in een overlevingsmodus. Zoiets van de kerktoren als baken en blijven peddelen. Door de korte golfslag was er veel spatwater, ik dacht in ieder geval is mijn zeekayak in haar element. Afwisselend Iede en Mike hielden een oogje in het zeil, Harm was de laatste vaarder en hield het overzicht. In Nieuwkoop kwamen we in de luwte, en hebben we deze ervaring bij een koffietentje aan het water geëvolueerd.
Het vervolg van de tocht verliep vredig. In het voorjaar is het riet laag en zijn er mooie vergezichten over de veenlanden. Door het lentezonnetje opgestuwd zagen we een aantal buizerds op zoek naar een muisje. Verder was de iPod overbodig , er was fraaie vogelzang vanuit het riet en de wilgenbomen.
Nieuwkoopse plassen is een fijn kano gebied, zonder overdragingen. Er zijn enkele stuwtjes, maar deze kan je vanaf het water zelf bedienen. Neem een kaart/GPS mee, want sommige slootjes lopen dood, wat ons ook een keer overkwam. Tochtlengte is makkelijk aanpasbaar, er lunchplekken en restauratie aan het water.
Samengevat kijk je terug naar een fijne dag in de natuur met een golfslagbad als intermezzo.
De resterende 11 km stroomafwaarts zou relaxed moeten zijn. Voor de ervaren openwater en rivierenpeddelaars was dat ook zo. Voor de zich ontpoppende kayakkers was er een adrenaline verhogende moment, toen verschillende passerende rijnaken en de watertaxi ter hoogte van Alblasserdam een klots en golfbad creĂ«erden. Vanaf dat moment had ik spijt dat ik mân vest niet had uitgetrokken, werd een beetje warm. Ik overdrijf een beetje, in gezelschap van ervaren kayakkers was dit een leuk verzetje. Rustig terug gepeddeld, geholpen door de stroming waren we 16:00 weer terug op de club. Dank aan Mike voor deze mooie goed voorbereide tocht.
4 deelnemers, 17km Boerenland met bruggenrijke dorpsweg.
Tekst & foto’s: Adri Klaver
Aanvang tocht nabij het oude raadhuis van Reeuwijk. Aan het eind van de Nieuwendorpervaart is een overtrekpunt (rollerbaan), daarna onder de A12 en na de tunnel onder de provinciaalse weg vervolgen we onze vaart via Reeuwijk Dorp, naar de Oud-Bodengraafseweg. Dat alles door een Hollands boerenweide landschap onder een winters zonnetje. Op het land veel Grauwe- en Canadese ganzen, in de lucht wervelende zwermen kieviten, boerderijen en kwekers. Peddelen gaat relaxed. Alle sloten waren prima bevaarbaar, afgezien van een kort ondiep slootje met een stromingsprofiel dat iets meer weerstand veroorzaakt.
De Oud-Bodengraafse weg heeft 4 lage bruggetjes die onneembaar leken. Met het timmermansoog van Iede werd het 3 keer over elkaars kano hangen en 1 maal overdragen. Heerlijk dorpsstraatje, waar je de passanten vanuit je lage kajakpositie begroet. Vervolgens wederom door een tunnel onder de A12 en via een tweede roller-overdraagpunt langs de A12 naar de Breevaart terug naar de autoâs. We waren 15:30 terug in het clubhuis en keken terug naar een ontspannen kajaktocht met heerlijk winterweer. Harm, bedankt voor de organisatie van deze wintertocht.
Als je een spin aan de muur was â of een zeemeeuw tijdens de vlucht â denk je misschien dat we tijdens deze reis niet veel hebben genavigeerd, maar navigatie kan subtieler zijn dan je denkt. Er zijn veel aspecten verbonden aan het plannen van een route en het volgen ervan â of ervan afwijken als dat nodig is.
Maar ik loop vooruit. Deze reis was kort van tevoren opgezet: op maandag kondigde ik een tocht op zondag over het Haringvliet aan, met in ieder geval een ronding van het vogeleiland Bliek. Vanwege de korte termijn en wellicht het weer stonden we met zân drieĂ«n aan de start in Hellevoetsluis. Toen we de kajaks eenmaal klaar hadden staan op het strand, keken we naar de alternatieve routes â een oostelijke route rond Bliek en daarna lunchen in Stad aan ât Haringvliet, of een westelijke route waar we via Stellendam terugkeren naar Hellevoet. Omdat niemand van ons eerder in het verre westen had gepeddeld, kozen we voor de optie Stellendam. Dit was eigenlijk de tweede stap in navigatie & planning, de eerste was toen ik de routes op Google Earth had bekeken en de afstanden (beide 25 km) had gemeten en de koersen van elke etappe had genoteerd, om op het water verder te kunnen navigeren. Het is 7,5 km naar Bliek, dus peddelen op 128° tot je het eiland ziet is de beste manier.
Het weer was kalm, na enkele zeer winderige en natte dagen, dus we genoten van een ontspannende peddel met een westelijke 3 Bft die ons voortstuwde. We passeerden de Slijkplaat en controleerden onze positie bij boei HV15 op de nieuwe zeekaart van Iede. We peddelden verder, waarbij de kalme omstandigheden voldoende tijd lieten om te kletsen en van het uitzicht te genieten â donkere onweerswolken hingen boven het zuiden, de zon scheen eroverheen, vooraan een heldere hemel boven een stukje land. De wind bracht ook een korte bui over ons hoofd, maar daar waren we op voorbereid, het temperde ons humeur niet. We mikten op een gat in de bomen aan de horizon, in lijn met onze koers.
Iede wilde onze positie nogmaals controleren aan de hand van de grote rode boei aan onze linkerkant. Het kon alleen maar HV12 zijn, maar Iede zei â ik neem aan als grapje â âMike, ga eens kijken of dat HV12 isâ. Omdat Erik niet bij ons was, was het aan mij, dus peddelde ik â gewoon voor de lol â richting de boei en controleerde het nummer. Dit was niet echt nodig en onder extremere omstandigheden zou de groep bij elkaar moeten blijven, maar hier kon ik prima even afstand nemen (100 m).
We konden inmiddels nog net het profiel van het vogelkijkhut op Bliek (gebouwd door WNF) zien, dus daar konden we op mikken. Weten wat je vanaf het water moet kunnen herkennen, is belangrijk voor het controleren van je positie onderweg. Ik was al eerder in Bliek geweest, dus wist hoe het eruit zag.
We stopten op het vogelkijkhut voor de lunch. De steiger is echt in een slechte staat. Vier jaar geleden was het nieuw, maar nu is het hier en daar aan het rotten. Twee delen van de steiger zijn zelfs verdwenen, waardoor we op een gladde balk moeten balanceren om bij het uitkijkpunt te komen. Misschien is Staatsbosbeheer van plan om tot het voorjaar te wachten met het repareren van het hout, maar aangezien het open is voor publiek moet het in ieder geval veilig zijn! Hoe dan ook, we hebben beschut geluncht en zijn verder gegaan voordat we te veel konden afkoelen. Zelfs als het weer mild is, is het nog steeds verrassend hoe snel je afkoelt.
We gingen nu naar de zuidkust en volgden die westwaarts. Hier leek het alsof we niet aan het navigeren waren, maar op een subtiele manier was dat wel zo. We wisten dat de route ongeveer twaalf kilometer langs de zuidkust lag, het enige dat we hoefden te doen was deze volgen. We hadden ook de kaart op het dek van Iede. Idealiter zou elke persoon een kaart moeten hebben, maar dat was onder deze omstandigheden niet nodig.
De toevoeging van een zachte tegenwind was een welkome aanvulling, helemaal tot aan Stellendam, waar we een tweede pauze hielden op een ministrandje langs de jachthaven. Vanaf hier was het een korte peddeltocht, met een lichte wind en een paar leuke golven, pal oostwaarts naar Hellevoetsluis. De navigatie gebeurde hier op zicht â we konden de witte pijler van de vuurtoren van Hellevoetsluis duidelijk zien over 5 km van het Haringvliet. We kwamen terug met nog 30 minuten daglicht over, eigenlijk te kort als er onderweg iets gebeurd zou zijn. Dit herinnerde mij eraan dat de dagen snel korter worden en dat het plannen van de eindtijd in de winter maanden belangrijker is.
Vrijwaringsclausule: dit is geenszins een cursus navigatie, slechts een uitlichting over enkele aspecten van navigatie, voor en tijdens de reis. Er zijn een aantal bronnen om te leren hoe je een reis plant en navigeert, wat altijd handig is, zelfs als je niet de vaarleider bent. Als je geĂŻnteresseerd bent, neem dan contact met mij op.
Rounding Bliek â to navigate or not to navigate? (26 Nov â23)
Tekst: Mike
Photos: Vera & Mike
If you were a spider on the wall â or a seagull on the flight â you may think that we didnât navigate much during this trip, but navigation can be more subtle than you think. There are many aspects to planning a route and sticking to it â or deviating from it if necessary.
But I get ahead of myself. This trip happened more than it was scheduled, on Monday I announced a trip on the Haringvliet for Sunday, with at least a rounding of the bird island Bliek. Due to the short notice and maybe the weather there were 3 of us at the start in Hellevoetsluis. Once we had the kayaks ready on the beach we looked at the alternative routes â an easterly route rounding Bliek and then having lunch at Stad aan ât Haringvliet, or a westerly where we return to Hellevoetsluis via Stellendam. As none of us had paddled in the far west before, we chose the Stellendam option. This was actually the second step in navigation & planning, the first was when I had looked at the routes on Google Earth and measured the distances (both 25 km) and noted the courses of each leg, to be able to navigate on the water. Itâs 7,5 km to Bliek, so paddling at 128° till you see the island is the best way to go.
The weather was calm, after some very windy and wet days, so we enjoyed a relaxing paddle with a westerly 3 Bft pushing us onwards. We passed the Slijkplaat, checking our position at buoy HV15 on Iedeâs new sea chart. We paddled onwards, the calm conditions allowing plenty of time for chatting and enjoying the views â dark storm clouds hung over the south, the sun peeping over them, in front brightish sky over a sliver of land. The wind also brought a short shower over our heads, but we were prepared for that, it didnât dampen our spirits. We aimed at a gap in the trees on the horizon, in line with our course.
Iede wanted to check our position again based on the large red buoy on our left. It could only be HV12, but Iede said â I assume as a joke â âMike, go and check if that is HV12â. As Erik was not with us it was up to me, so â just for fun â I paddled towards the buoy and checked the number. This wasnât necessary and under more extreme conditions the group would need to stay together, but here it was fine for me to distance myself (100 m) for a short while.
By now we could just see the profile of the bird viewing platform on Bliek (built by WNF), so could aim for it. Knowing what you should be able to recognise from the water is important for checking your position on route. I had been to Bliek before, so knew what it looked like.
We stopped at the platform for lunch. The jetty is really in a bad state. Four years ago it was new, but now it is rotting away in places. Two sections of the jetty have even disappeared, forcing us to balance on a slippery beam to get to the viewing area. Maybe Staatsbosbeheer are planning to wait till spring before repairing the wood, but seeing as itâs open to the public it should at least be safe! Anyway, we had a sheltered lunch, and moved on before we could cool down too much. Even when the weather is mild, itâs still surprising how quickly you cool down.
We headed now to the south shore, following that westwards. Here it looked like we were not navigating, but in a subtle way we were â we knew that the route lay along the south shore for the next 12 km or so, all we had to do was follow it. Also, we had the chart on Iedeâs deck. Ideally each person should have a chart, but that was not necessary in these conditions.
The addition of a gentle head wind was a welcome addition, all the way to Stellendam, where we had a second break on a mini beach alongside the marina. From here it was a short paddle, with a slight wind and a few fun waves, due east to Hellevoetsluis. Navigation here was by sight â we could see the white pillar of the lighthouse of Hellevoet clearly across 5 km of the Haringvliet. We arrived back with 30 minutes of daylight to spare, actually too short to allow for surprises on the way. This was a reminder for me that the days are rapidly getting shorter, and planning the end time is more critical in the winter months.
Disclaimer: this is by no means a course in navigation, only a highlight on a few aspects of navigation, before and during the trip. There are a number of sources for learning how to plan and navigate a trip, which is always useful, even if you arenât the trip leader. If you are interested, contact me.
Het werd weer eens tijd voor een buitenlandse kajak- en kampeervakantie, dus reserveerden Ilja, Harm, Iede, Bert, Mike, Erik en Marianne eind juli â23 een week de tijd om in Denemarken te gaan varen.
Wij zochten de zee op, ten zuiden van het eiland Fyn, waar een kleine archipel ligt, die ook wel de Deense Riviera wordt genoemd. Een bekend gebied, heerlijk om vakantie te houden, want het is dun bevolkt, er zijn legio eenvoudige kampeermogelijkheden en met kajakkers wordt overal rekening gehouden. Al is het maar omdat de helft van de inwoners zelf ook regelmatig in een zeekajak of surfski stapt.
Het weer is natuurlijk een bepalende factor. Niet al te veel regen zou fijn zijn en wel wat wind, maar toch niet meer dan 5Bft. De weersvoorspellingen waren anders, schrikbarend zelfs. In heel Noord-Europa zou het fors gaan waaien, met Denemarken als punt waar de storm omheen cirkelt en dus op zijn hevigst is. Omdat een voorspelling voor over een week per definitie onbetrouwbaar is, gingen we toch. En viel het mee, zolang we de tochten erop aanpasten, in afstand, beschutting en dus in vaarrichting.
De trektocht startte en eindigde op camping Syltemae, waarvan de eigenaar zelf ook een enthousiast kajakker is. Alle kampeerspullen gingen mee in de boten, maar Denemarken kent gewoon winkels en kroegen, dus we hoefden niet voor zeven dagen eten mee te nemen. Hoeft niet, kan wel, bleek uit sommige zeer goed gevulde kajaks.
De groep was gemĂȘleerd, in kracht en ervaring, maar gezamenlijk hadden we voldoende in onze mars om hier veilig te varen en te genieten van de golven. Die stonden er genoeg, soms als kleine rimpelingen, maar vaak ook stevige bogen, die af en toe braken. Dat was dus hard werken of soepel surfen, net wat onze route met zich meebracht. Het was nooit saai, eigenlijk hadden we de perfecte omstandigheden. Of, zoals we geleerd hadden van Berts dochter: het was altijd weer de mooiste dag van ons leven!
Met slepen en reddingsoefeningen werd er ook nog wat getraind. Mike en Iede rollen dan wel het best, maar Ilja is de onbetwiste kampioen volhouden.
Aanspraak hadden we snel: op de kant met nieuwsgierige zeilers, op het water met andere kajakkers. Waar kom je vandaan? Waar ga je naartoe? Zo kregen we van locals tips over extra mooie kampeerplekjes, de beste uitstapplek of een goed moment om de enige engte met stroom, ten zuiden van Svendborg, in ons voordeel te laten werken.
Meer tijd? Dan kwam er een lekker Deens biertje bij en werd de wereldproblematiek na verloop van tijd eenvoudig opgelost.
De gekste uitnodiging kwam van een grote groep zeilers die samen met hun kinderen de regatta voeren met ouderwetse kleine boten, voorzien van vierkante, bruine zeilen: om 10 uur was er ochtendgymnastiek in de haven. En we hebben ons best gedaan, tussen een kleine honderd anderen, op de kade!
Met vijf kleine tentjes konden we overal goed terecht. In havens was vaak een grasveld, een toiletgebouw en soms een mooie schuilplaats annex kookgelegenheid, waardoor de regen nooit al te vervelend werd. Dat die schuilplaats een prima feestlocatie voor de plaatselijke jeugd was, dat hadden we kunnen bedenken. Nou ja, ook gezellig. Uit hun stoere verhalen tegen Iede was op te maken, dat zij vandaag de beste avond van hun leven gingen meemaken. De havenmeester wekte ons âs ochtends nogal gepikeerd, maar zag al snel dat deze grijze koppen niet het puberfeest hadden gehouden waar de resten nog van waren achtergebleven.
De dorpjes in de archipel zijn meestal eeuwenoud, goed onderhouden en nodigen uit om rond te slenteren, de kerk te bezichtigen, te genieten van koffie en âwoffelsâ.
Svendborg komt dan al snel over als metropool, met een toeristisch centrum en prima terrasjes. In de haven even extra goed letten op de veerboten en overig verkeer.
Mike experimenteerde met zijn waterdichte camera en maakte de mooiste fotoâs van onze boten, van de groep, maar vooral van het leven onder de waterspiegel. Jammer dat die ene zeehond die we gespot hadden, zo snel uit zicht was. Schreeuwende en duikende sterntjes, oeverzwaluwen, eidereenden, zaagbekken, ze staan in ons geheugen als onze tochtgenoten.
De week was echt vakantie, een goede oefening in temporiseren, niet te snel willen inpakken en vertrekken, want een groep heeft tijd nodig. Voor mij betekent dat ook dat er tijd genoeg over moet blijven om te lezen en dus was ik blij met de lange avonduren. Alle drie waren ze het beste vakantieboek van mijn levenâŠ
Tekst: Marianne Fotoâs: Mike
The Danish Riviera
It was time for another kayaking and camping holiday abroad, so Ilja, Harm, Iede, Bert, Mike, Erik and Marianne reserved a week at the end of July ’23 to go paddling in Denmark.
We went out to sea, south of the island of Fyn, where there is a small archipelago, also called the Danish Riviera. A well-known area, great for a holiday, because it is sparsely populated, there are many simple camping options and kayakers are taken into account everywhere. If only because half of the inhabitants also regularly get into a sea kayak or surf ski.
The weather is of course a determining factor. Not too much rain would be nice and some wind, but not more than 5Bft. The weather forecasts were different, frightening even. The wind would be strong throughout Northern Europe, with Denmark as the point around which the storm circles and is therefore at its strongest. Because a forecast for a week ahead is by definition unreliable, we went anyway. And it was not too bad, as long as we adjusted the trips to it, in distance, shelter and therefore in paddling direction.
The trek started and ended at camping Syltemae, the owner of which is also an enthusiastic kayaker. All camping gear went with us in the boats, but Denmark has shops and pubs, so we didn’t have to bring food for seven days. You don’t have to, you can, as evidenced by some very well-stocked kayaks.
The group was mixed, in strength and experience, but together we had enough in our march to sail here safely and enjoy the waves. There were plenty of them, sometimes as small ripples, but often also solid arches, which occasionally broke. So that was hard work or smooth surfing, just what our route entailed. It was never boring, actually we had the perfect conditions. Or, as we learned from Bert’s daughter: it was always the best day of our lives!
Every day someone took on the task of tour leader, sometimes against will and thanks, and the effect was there: there has not been such disciplined paddling for a long time. The more restless the water, the more important it is that one person makes the decisions. The rest thought along, in advance and on the water, but there is no time for discussion in the middle of the sea. Afterwards, all the more⊠I’ve had enough evaluation for the time being. There was also some training with towing and rescue exercises. Mike and Iede may roll the best, but Ilja is the undisputed champion of perseverance.
We quickly had connection: on the shore with curious sailors, on the water with other kayakers. Where do you come from? Where are you going? For example, we received tips from locals about extra beautiful camping spots, the best place to get out or a good time to make the only strait with current, south of Svendborg, work to our advantage. More time? Then a nice Danish beer was downed and the world’s problems were easily solved over time. The craziest invitation came from a large group of sailors who sailed a regatta with their children in old-fashioned small boats with square brown sails: at 10 o’clock there was morning gymnastics in the harbor. And we did our best, among a hundred others, on the quay!
With five small tents we were able to go everywhere. In harbors there was often a lawn, a toilet block and sometimes a nice shelter annex cooking facility, so that the rain never became too annoying. We could have imagined that the shelter was a great party location for the local youth. Well, also fun. From their tough stories to Iede it could be concluded that today they were going to experience the best evening of their lives. The harbor master woke us up in the morning, but soon saw that these gray heads had not had the puberty party of which the remains were still scattered around.
The villages in the archipelago are usually centuries old, well maintained and invite you to stroll around, visit the church, enjoy coffee and ‘woffels’. Svendborg quickly comes across as a metropolis, with a tourist center and excellent terraces. In the harbor pay extra attention to the ferries and other traffic.
Mike experimented with his waterproof camera and took the most beautiful pictures of our boats, of the group, but especially of life below the water surface. Too bad that one seal we spotted was out of sight so quickly. Screaming and diving terns, sand martins, eiders, mergansers, they are in our memory as our companions.
The week was a real holiday, a good exercise in timing, not wanting to pack and leave too quickly, because a group needs time. For me that also means that there should be enough time left to read and so I was happy with the long evening hours. All three were the best holiday book of my lifeâŠ
Zoutkamp (Gronings: Zoltkamp of Soltkamp) is een dorp in de gemeente Het Hogeland in de provincie Groningen. De naam verwijst naar zijn ligging aan de voormalige Lauwerszee (kamp = veld). En die ligging is ideaal om in een lang weekend verschillend water te bevaren (binnen water, groot water en de Waddenzee).
Zelf ben ik geen lid van Kano Club Rotterdam, maar van de Trekvogels uit Haarlem en met onze club was ik ook al eens in Zoutkamp geweest. Ik was ontzettend blij dat ik met clubgenoot Aad mee kon met dit kano/kampeer weekend want deze omgeving blijft toch een van mijn favorieten.
Camping ât Ol Gat is een reuzestek aan het Hunsingo-kanaal net buiten de dorpskern van Zoutkamp. Dat laatste was ook maar gelukkig want het dorp gonsde van de activiteiten: vlaggetjesdag, kermis, muziek en vuurwerk, dit alles nu op veilige afstand.
Zaterdag zijn we via de Zoutkamperril naar het Lauwersmeer gevaren. Voor een mooie dag was het opvallend stil vond ik want zowel het Lauwersmeer als de Zoutkamperril is erg populair bij de recreatievaart. Het Zoutkamperril (en Lauwersmeer) markeert de grens tussen de provincie Groningen en Friesland en in beide provincies gaan we vandaag aan land.
Het Zoutkamperril kronkelt door het landschap met wuivend riet aan beide kanten en volop vee aan de Friese zijde. Op een erg warme dagen lopen de koeien in het water en waan je je in een oud schilderij. Maar vandaag verschuilen ze zich een beetje en op de terugweg was het wind technisch ook nog beter aan de andere kant te varen.
Aangekomen op het Lauwersmeer lonkt de gedachte aan een kopje koffie en varen we naar Oostmahorn. Dit dorp is geheel nieuw, maar gebouwd in oude stijl. En het mag er zijn, evenals de koffie overigens. We zijn er niet achter gekomen waarom de oranjekoek roze is, maar dat mocht de pret niet drukken. We steken het Lauwersmeer over en varen langs de oostelijke oever verder. Veel van de gebieden zijn tegenwoordig beschermd en afgebakend met gele boeien, jammer want ook de eilanden zijn interessant. Voor de lunch meren we aan bij een van de kleine inhammetjes speciaal hiervoor bestemd.
Was er eerder nagenoeg geen wind (we passeerden de zeilboten moeiteloos), trekt deze nu wat aan en moeten we er wat harder voor werken om thuis te komen. Maar wat een heerlijk dagje varen was dit. We hebben gereserveerd in het plaatselijke pizza-restaurant en genieten van het fijne gezelschap (Marianne, Erik, Ilja en Harm, Gertjan, Iede, Aad en ik).
De wind- & weersvoorspellingen kunnen niet beter zijn om zondag het Wad op te gaan dus wordt er aan het rekenen geslagen. We willen vanaf Lauwersoog naar de Engelsmanplaat en dan moet je rekening houden met het tij, stroming en de wind.
Genoeg expertise in de groep en gezamenlijk wordt het plan concreet: Wind: 8 tot 11 uur 3Bft, 11 tot 17 uur 4 Bft Hoogwater Delfzijl 6.40 ochtend
wegrijden camping 8.30
wegvaren haven Lauwersoog 9.40
aankomen op Engelsmanplaat 11.40
Vertrek 12.10
Aankomst haven Lauwersoog 14.10
We zullen de boeienlijn naar de Engelsmanplaat volgen. Het wordt voor Gertjan de eerste keer dat hij op het Wad vaart, altijd spannend!
Zo gezegd, zo gedaan.
Marianne is tochtleidster en voordat we te water gaan wordt er nog een keer het plan en de afspraken besproken. Erg belangrijk als je op zee gaat varen om als groep bij elkaar te blijven. Mocht er wat gebeuren dan kunnen we elkaar helpen.
Het wordt een dagje heerlijk varen op het wad. Net genoeg golven (en wind) voor iedereen om zonder problemen de oversteek te maken. Op de Engelsmanplaat zijn we niet de enige kajak vaarders. Ook een groepje uit Groningen geniet van de gunstige weersomstandigheden. Â Het enige wat we niet helemaal goed hadden gepland waren de parkeerplekken, we staan in een blauwe zone en daar mag je officieel maar 2 uur staan. Met een beetje vals spelen (parkeerkaarten later zetten) en veel geluk komen we er zonder parkeerboetes af.
Over een kop koffie besluiten we gezamenlijk op de camping te koken. Leuk om te zien hoe ieder spontaan zijn of haar bijdrage levert en de rollen (wie kookt wat) zich als vanzelf voegen. Er moeten nog een paar boodschappen gekocht worden, dus rijden we langs een Jumbo die wel op deze Pinksterzondag open is. Aangekomen op de camping eerst maar eens het Hunsingo-kanaal inspringen. Je moet even doorkomen, maar echt koud is het water niet meer.
De camping heeft een overkapping met 2 grote tafels (precies voor 8 personen!!) een kooktoestel en een ijskast waar we dankbaar gebruik van maken. Ik vind het altijd reuze gezellig om over het snijden van groentes en koken de dag nog eens te bespreken en de plannen voor de volgende dag vormen zich als vanzelf. Het wordt genieten van een heerlijke 3-gangen maaltijd. Om 23.00 uur is er nog vuurwerk maar mijn slaapzak ligt veel te lekker en ik luister vanuit mijn tent naar de knallen. Te horen aan het commentaar vanuit de andere tenten is het een mooi schouwspel.
Maandag alweer de laatste dag. Na een ontbijtje eerst maar eens de tenten afbreken en alles in de autoâs laden. Maar om 10.00 zitten we allemaal in de boot en slaan linksaf het Hunsingo-kanaal op (in??) om een rondje via Warfhuizen en het Reitdiep te maken. Blij dat het een rondje was, dan heb je ook altijd een stuk wind mee! Ik ben een beetje allergisch voor het woord âkanaalâ – dat is vast zoân lang saai recht stuk, maar gelukkig kan dat reuze meevallen, zo ook vandaag.
In Warfhuizen besluiten we onze eerste rustpauze te houden. Eigenlijk willen we het plaatselijke kerkje bezoeken, maar er wordt net een kerkdienst gehouden, jammer. We doen de deur weer zachtjes dicht en gaan lekker ergens in het gras zitten pauzeren.
Wat verderop slaan we rechtsaf het Reitdiep op. Het zijn mooie kronkelige watertjes waar het fijn varen is. Ook volop planten en kan het niet laten een valeriaanplant mee te nemen om thuis in mijn bakken te zetten. Wat later in de middag stoppen we op een camping in Erica. Heerlijk in het zonnetje wordt genoten van een eigen boterhammetje, restjes van gisteravond of een broodje kroket. Zo kunnen we het laatste stukje aangesterkt weer verder. En we moeten werken om weer in Zoutkamp te komen. Maar wel extra leuk vandaag: het is een drukte van jewelste en de vissersboten zijn omgetoverd tot kleine discovloeren. Er wordt overal gezellig gedanst.
En dan zit er niets anders op dan ons om te kleden en de kanoâs op de autoâs te binden. Eigenlijk wilden we in Zoutkamp nog een lekker visje eten, maar de kans dat we dat ook kregen schatten we miniem vanwege de drukte dus rijden we naar Lauwersoog. Natuurlijk is het daar ook bere-druk, maar petje af hoe alles georganiseerd is- ik heb lekker gegeten. Even laten scheiden onze wegen, om naar Haarlem te rijden is het gunstiger om over de afsluitdijk te rijden.
Bedankt Marianne, Erik, Iede, Gertjan, Ilja, Harm en Aad – ik heb een heel gezellig weekend gehad.
We peddelen graag naar de Marker Wadden, maar sinds de camping gesloten is, is het een puzzel om het meeste uit de reis te halen. Dit jaar hebben we besloten om op zaterdag aan de westkant te peddelen, op Flevoland te kamperen en dan op zondag aan de oostkant te peddelen.
We begonnen bij WSV De Blocq van Kuffelen (Oostvaardersdiep), waar een verbaasde maar vriendelijke havenmeester ons de voorzieningen liet gebruiken â zoân verzoek had hij nog nooit gehad! We vertrokken naar het noordwesten, richting Marken, terwijl we het âPaard van Markenâ, de informele naam voor de vuurtoren, probeerden waar te nemen, een goed navigatiepunt. De wind kwam, vrij ongebruikelijk, uit het oosten en we hadden een frisse bries en golven toen we overstaken, een aangename uitdaging. Bij de vuurtoren hadden we een late lunch en besloten toen om Volendam (i.p.v. Marken) in te gaan, aangezien we al ver in de middag waren. In Volendam landden we op een ministrand, pakten snel een visje of een ijsje, ontweken de toeristen en vertrokken naar het zuidelijke deel van onze reis. Hier hadden we dezelfde wind en golven alleen van de linkerkant, maar omdat we naar het zuidoosten peddelden was de wind meer tegenwind. Na weer een korte pauze bij de vuurtoren peddelden we verder naar de haven, voor een totale tocht van 30 km.
We overnachten op ât Oppertje, een gezellige, schaduwrijke camping aan de rand van Lelystad, om uitgerust op te staan voor de tweede dag.
~~~~~~~~~~~~~~~ Audrey:
Zondagochtend 6.30 uur gaat de wekker. Vandaag gaat het gebeuren: voor het eerst met Kano Club Rotterdam mee op groot watertocht naar de Marker Wadden! Ik fantaseer over eilandjes, zandbanken en zonnende zeehonden. Opgewonden check ik mijn tas: zonnebrand, zonnebril, zonneklep, wetsuit, waterschoenen, bidon en lunch.Â
Jasper en ik zijn beginners. We volgen de opfrislessen bij Iede op woensdagavond. We voelen sinds kort ‘druk op de peddel’ “en daar begint het”, zegt Iede. Marianne heeft ons gekoppeld aan Otto. Op de club vullen we met elkaar zijn auto met rugzakken, peddels en vesten, boten op het dak. Op cruise control en Sky Radio is het rustig wakker worden. We rijden door strakke nieuwbouwwijken en langs Batavia Stad Fashion Outlet. âYesssâ zegt Otto. âWe zijn er!â
Het is half 11 en al 24 graden, maar de parkeerplaatsen en het strand van Lelystad zijn nog lekker leeg. Marianne, Erik, Iede en Mike staan ons op te wachten. Ze hebben er al 31 km op zitten van de dag ervoor. Iedereen kleedt zich als een kajakker. Alleen Otto en ik zien eruit als strandgangers met onze t-shirts en korte broek/rok.
Mike maakt alvast een verfrissende rol in het water, maar komt dan boven met een half houten peddel. Wat een pech! Daar is dus die reservepeddel op het achterdek voor. Maar ook die houdt het niet lang en Mike is peddelloos. Gelukkig is er nog een reservepeddel en kunnen we van start. We koersen op 210 graden. Dit heeft Marianne mooi uitgerekend met behulp van haar kaart.
Met amper wind lijkt het water op een strakgestrokken spatzeil. Ideaal voor de beginners onder ons, maar minder voor Eriks spanningsboog. Vaak tel ik zes i.p.v. zeven boten. Na wat speuren aan de horizon spotten we Erik regelmatig op 50 graden. Binnen no-time vaart hij weer tussen ons in. Soms vinden we hem bij een boei. Er wordt regelmatig in de lucht gekeken. Zouden we de witte zeearend spotten? In mijn gedachten hoor ik Iedeâs woorden âtrap, trap, trapâ en kijk ik naar de stand van mijn handen t.o.v. de peddel. Zit ik goed recht? Zijn mijn handen ontspannen? Draai ik mijn lichaam? Vaar ik nog recht? Soms verdwijnen de gedachten en voel je de flow. De wadden komen dichterbij. We zullen daar beslissen of we dezelfde weg terugnemen of er een rondje van maken.
We houden een stop en kunnen het eiland verkennen. Iede, Otto en Mike zitten al in de schaduw aan de boterham en zelf meegebrachte koffie. Marianne, Erik, Jasper en ik wandelen eerst rond en verbazen ons over grote margrieten, schreeuwende vogels en witte reigers. We klimmen in de Steltloper. Vanuit daar hebben we een prachtig uitzicht over het Markermeer.
We zwichten voor de achterkant van het eilandpaviljoen, koffie en appeltaart en pakken daarna pas onze brooddoos. Nog geen witte zeearend gezien. Inmiddels zijn er wel al wat meer golfjes. We hebben 7 km gevaren en moeten bij een rondje nog minstens 2x dezelfde afstand. We besluiten unaniem dat we daarvoor gaan.
Jasper: Na het verlaten van de haven komen we nog even samen voor de groepsfoto, en al snel manoeuvreren we tussen de voor anker liggende zeilbootjes naar de noordkant van de eilandengroep. Daar komt de wind, daar komen golfjes!
Onze kaart blijkt wat verouderd, maar voor een keer zijn we daar blij om. De gele boeien die er enige tijd geleden lagen om vaarders weg te houden van het nieuwe land zijn verdwenen. Het land is stabiel, en we mogen wat dichter langs de kant varen. Dat maakt het navigeren gemakkelijk, maar het blijft leuk om af en toe te checken waar we precies zijn, en wat we zullen doen eenmaal we een hoekje verder zijn. Er is een lange strook zand, oost-noord-oostwaarts, en daarna is het een redelijk duidelijk verhaal terug naar het strandje.
Voor wie een kompas op zijn boot heeft, tenminste. We varen niet op een huis of een toren af, maar op een koers. Maar welke? Twee varen hier, een paar daar, een vijfde daartussenin. Ik kies ervoor om Mike te volgen, dat voelt redelijk veilig. Maar zo tellend kom ik toch weer aan zes. Waar zit Erik? Heel in de verte zie ik wat bewegen, en eronder zowaar een streepje geel. Ondertussen word ik goed heen en weer geduwd door de golfjes, die ondanks een lage windkracht toch wat meer zijn dan ik vanuit Kralingen gewend was.
Wanneer we een vlot vormen om pauze te nemen, wat water te drinken en een appel te eten, zou ik graag mijn benen even strekken. Ik was gewaarschuwd, wist op zich ook dat dit is hoe je op groot water even pauzeert, maar wat zou het toch heerlijk zijn om even rechtop te lopen en niet te zitten.
Rechts zien we een lange lijn Markerwaddenzand, voor me een toren en links een huis, en we gaan weer verder. Na ongeveer een half uur (denk ik, wie weet?) zie ik rechts een lange lijn Markerwaddenzand, voor me een toren en links een huis en Erik (hoe komt hij daar?). Er is wat meer wind die in ons gezicht blaast en ik moet erop vertrouwen dat we vooruit bewegen. Die ervaren vaarders zullen vast wel wat zeggen als ze denken dat we achteruitgaan.
Het blijkt ook goed te gaan. Na een tijdje verdwijnt het zand, is er enkel water. De toren wordt groter. En steeds trager gaan we vooruit. Fysiek is het niet zo lastig, maar mentaal gaat de focus op doorzetten. âMeer op techniek varenâ, zo klinkt het, maar dat probeer ik natuurlijk al de hele tijd.
En dan zien we de paaltjes waar we begonnen, nog een bocht om een golfbreker en dan⊠Een ongelooflijke muur van geluid. Dat lege strandje is om half vijf volgepompt met mensen. Muziek uit speakers, kinderen, honden, noem maar op. Na urenlang enkel wind, vogels en het eigen peddelen te horen is het een schok.
Bij het uitstappen voel ik me als een marsmannetje, met alle uitrusting en beschermend materiaal tussen de bijna naakte lichamen. De kinderen staren met open mond, en komen vragen of ze ook eens in de boot mogen zitten.
We dragen de kajaks naar de relatieve rust van de parkeerplaats. Omkleden weer, kajaks vastbinden, en wanneer we daarmee bezig zijn komt er een groepje jongens met een kast van een speaker. Zo een JVC van acht kilo, op de schouder. Ik wil niet denken aan hoe het strand straks zal beven en kruip snel de auto in.
Achteraf ben ik heel blij. Zowel dat ik een dag ben komen meevaren (wat een avontuur) als dat ik geen twee dagen ben komen meevaren. Daar zijn wat meer kilometers voor nodig, en wat meer techniek. Die ga ik op cursus bij Iede weer oefenen, en in de volgende lange tocht.
Marker Wadden (10-11 June 2023)
Text: Mike, Audrey & Jasper
Photos: Marianne, Audrey, Mike
Mike:
We enjoy paddling to the Marker Wadden, but since the camp site closed itâs been a puzzle to get the most out of the trip. This year we decided to paddle on the west side on the Saturday, camp on Flevoland and then paddle on the east side on Sunday.
We started at WSV De Blocq van Kuffelen (Oostvaardersdiep), where a surprised but kind harbour master let us use the premises â heâd never had a request like this before! We set off to the north-west, towards Marken, trying to get a sighting on the âHorse of Markenâ, the colloquial name for the lighthouse. The wind was, quite unusually, from the east, and we had a fresh breeze and waves to contend with as we crossed, a pleasant challenge. At the lighthouse we had a late lunch, then decided to head into Volendam, as we were already well into the afternoon. In Volendam we landed on a mini beach, grabbed a quick fish or ice cream, dodging the tourists, then set off for the southern leg of our trip. Here we had the same wind and waves only from the left side, but as we paddled south-easterly the wind was more of a head-wind. After a short break at the lighthouse again we set off for the harbour, for a total trip of 30 km.
We spent the night at ât Oppertje, a pleasant, shady camp site on the outskirts of Lelystad, to arise refreshed for the second day.
Audrey: Sunday morning at 6.30 am the alarm goes off. Today it will happen: for the first time with Kano Club Rotterdam on a large water trip to the Marker Wadden! I fantasize about islands, sandbanks and sunbathing seals. Excitedly I check my bag: sunscreen, sunglasses, sun visor, wetsuit, water shoes, water bottle and lunch. Jasper and I are beginners. We follow the refresher lessons at Iede on Wednesday evening. We’ve recently been feeling ‘pressure on the paddle’ “and that’s where it starts,” says Iede. Marianne linked us to Otto. At the club we fill his car together with backpacks, paddles and vests, boats on the roof. On cruise control and Sky Radio it is a quiet wake-up. We drive through new housing estates and past Batavia Stad Fashion Outlet. âYesssâ says Otto. “We are here!” It is half past 11 and already 24 degrees, but the parking lot and the beach of Lelystad are still nice and empty. Marianne, Erik, Iede and Mike are waiting for us. They have already covered 31 km from the day before. Everyone dresses like a kayaker. Only Otto and I look like beachgoers in our t-shirts and shorts/skirts.
Mike already makes a refreshing roll in the water, but then surfaces with a half-wooden paddle. What a bad luck! That’s what that spare paddle on the aft deck is for. But it doesn’t last long either and Mike is paddleless. Fortunately there is still a spare paddle and we can start. We are heading at 210 degrees. Marianne has calculated this nicely with the help of her map. With hardly any wind, the water resembles a taut splash cover. Ideal for the beginners among us, but less so for Erik’s attention span. I often count six instead of seven boats. After some searching on the horizon, we regularly spot Erik at 50 degrees. In no time he sails between us again. Sometimes we find him near a buoy. The sky is regularly checked. Would we spot the white-tailed eagle? In my mind I hear Iede’s words “kick, kick, kick” and look at the position of my hands in relation to the paddle. Am I right? Are my hands relaxed? Do I turn my body? Am I still right? Sometimes the thoughts disappear and you feel the flow. The mudflats are getting closer. We will decide there whether we take the same way back or make it a circle.
We have a stop and can explore the island. Iede, Otto and Mike are already sitting in the shade with a sandwich and their own coffee. Marianne, Erik, Jasper and I first walk around and marvel at large daisies, screaming birds and white herons. We climb into the Steltloper. From there we have a beautiful view over the Markermeer.
We succumb to the back of the island pavilion, coffee and apple pie and only then grab our lunch box. Haven’t seen a white-tailed eagle yet. There are now some more waves. We have paddled 7 km and have to do at least 2x the same distance around. We unanimously decide to go for it.
Jasper: After leaving the harbour we get together for a group photo, and soon we maneuver between the anchored sailing boats to the north side of the archipelago. Here comes the wind, here come waves!
Our map appears to be a bit outdated, but for once we are happy about that. The yellow buoys that were there some time ago to keep boats away from the new land have disappeared. The land is stable, and we can paddle a little closer to shore. That makes navigating easy, but it’s still nice to check where we are from time to time, and what we’ll be doing once we’re a little further. There’s a long strip of sand, east-north-east, and then it’s a fairly straight story back to the beach. For those who have a compass on their boat, at least. We are not paddling towards a house or a tower, but on a course. But which? Two paddle here, a few there, a fifth in between. I choose to follow Mike, which feels quite safe. But counting like that brings me back to six. Where is Erik? Far in the distance I see something moving, and underneath it actually a stripe of yellow. In the meantime I am being pushed back and forth by the waves, which, despite a low wind force, are a bit more than I was used to from Kralingen. When we form a raft to take a break, drink some water and eat an apple, I would like to stretch my legs. I was warned, I also knew that this is how you take a break on big water, but how wonderful it would be to walk upright and not sit. On the right we see a long line of Markerwaddenzand, in front of me a tower and on the left a house, and we continue. After about half an hour (I think, who knows?) I see a long line of Markerwaddenzand on the right, a tower in front of me and on the left a house and Erik (how did he get there?). There is a bit more wind blowing in our faces and I have to trust that we are moving forward. Those experienced paddlers will probably speak up if they think we’re going backwards.
It also appears to be going well. After a while the sand disappears, there is only water. The tower is getting bigger. And slower and slower we move forward. It’s not that difficult physically, but mentally the focus is on perseverance. âPaddling more on techniqueâ, that is how it sounds, but of course I have been trying to do that all the time. And then we see the posts where we started, another turn around a breakwater and then⊠An incredible wall of sound. That empty beach is filled with people at half past five. Music from speakers, children, dogs, you name it. After hours of hearing only wind, birds and your own paddling it is a shock. When I step out I feel like a Martian, with all the gear and protective gear between the nearly naked bodies. The children stare with their mouths open, and come to ask if they can also sit in the boat. We carry the kayaks to the relative quiet of the parking lot. Change clothes again, tie up kayaks, and when we’re doing that a group of guys comes with a cabinet of a speaker. Like an eight kilo JVC, on the shoulder. I don’t want to think about how the beach will shake later and quickly crawl into the car. In retrospect I am very happy. Both that I came along for a day (what an adventure) and that I did not come along for two days. That requires some more kilometers, and some more technique. I’m going to practice that again on a course at Iede, and in the next long trip.
Scroll down for English Tekst: Mike Foto’s: Marianne & Mike
Op deze zondag hebben we weer een rondje gemaakt om het eiland Tiengemeten! Dit was een opstap voor mensen die voor het eerst open water wilden proberen, maar we hebben het eiland in het verleden vele malen rondgepeddeld. Het was bijna windstil, zo’n 18° C en het water koel. Er was ook weinig verkeer, de jachten willen wind en voor de fossiele boten moet het warmer zijn, neem ik aan.
Er zijn twee hoofdroutes om rond het eiland te peddelen: beginnend bij de veerboot aan de noordkant van het eiland en er omheen met een lunchstop bij Stad aan ’t Haringvliet, of startend vanaf de Haringvlietbrug in het oosten met dezelfde lunchstop. De eerste is ongeveer 19 km, de laatste ongeveer 25 km. We deden de kortere route en de reis was zeer aangenaam â niet te warm en met een wazige start waardoor de horizon mystiek leek.
Route van vandaag in groen (19 km), de andere route in rood (25 km)
Een ander gezicht van Tiengemeten is dat je niet precies kunt voorspellen wat voor weer het wordt, op deze tocht was er onweer voorspeld voor de middag, maar we hadden helemaal geen regen totdat we goed en wel op weg waren naar huis in de auto’s. Zoals bij elke tocht op open water, is het hebben van een back-upplan voor verrassingen in het weer essentieel, zelfs als dat betekent dat je alleen maar kunt omkeren.
Een rondje Tiengemeten blijft een vaste onderdeel van Kano Club Rotterdam, omdat het relatief dichtbij is en de vele gezichten ervoor zorgen dat we veel verschillende tochten op dezelfde route kunnen maken. Het is ook de moeite waard om een dagtocht te maken om te wandelen of fietsen op het eiland en te genieten van de natuur, vooral de vogels.
We komen terug!
The Ten Faces of Tiengemeten (7 May 2023)
Text: Mike
Photos: Marianne & Mike
On this Sunday we did a lap of the island Tiengemeten, again! This was a starter for people wanting to try open water for the first time, but we have lapped the island many times in the past. Today was almost windless, about 18° C and cool water. There was also little traffic, the yachts want wind and for the fossil-boats it needs to be warmer, I assume.
There are two main routes to paddle around the island, starting at the ferry on the north of the island and lapping it with a lunch stop at Stad aan ât Haringvliet, or starting from the Haringvliet bridge on the east with the same lunch stop. The former is about 19 km, the latter about 25 km. We did the shorter route, and the trip was very pleasant â not too hot and a hazy start which made the horizon appear mystical.
Todayâs route in green (19 km), the other route in red (25 km)
This is one face of Tiengemeten. I was expecting it to be a bit boring, as weâd paddled before with zero wind on a warm day and I found it less interesting â straight forward and too hot. That is another face. The prevailing wind is of course from the south-west. Weâve also paddled in the winter with a strong wind from the north, which meant waves all the way and a robust paddle from the lunch spot to the north shore, before heading back to the bridge. That was an invigorating trip, I slept well that night!
Other times weâve had less wind but rain and overcast weather, also times with many motor boats allowing us to surf in the wakes. One of the best faces of this trip is when there is a strong westerly wind, when we paddle against the wind to a well-earned lunch, then paddle back on the southerly leg, surfing as much as possible on the waves that the wind has blown up for us, we reach abnormal speeds this way!
A different trip, a different face
Another face of Tiengemeten is that you canât predict exactly what the weather will be, on this trip there was a thunderstorm predicted for the afternoon, but we had no rain at all until we were well on the way home in the cars. As with any open water trip, having a backup plan for surprises in the weather is essential, even if it means just turning around.
A lap of Tiengemeten will continue to be a staple of Kano Club Rotterdam, as it is relatively close, and itâs many faces mean that we can have many trips on the same route. Itâs also worth visiting for a day trip to walk or cycle on the island and enjoy the nature, especially the birds.
Na de laatste WinterMaastocht werden we door onze kajakvrienden van De Trekvogels in Haarlem uitgenodigd om deel te nemen aan hun seizoensopening en er een weekend van te maken door op zondag een tochtje aan te plakken, op zee of op de grotere wateren landinwaarts.
Zaterdag stapte we bij het hostel waar we zouden verblijven om vervolgens de 1,5 km naar het Trekvogels clubhuis te peddelen. Hier gingen de Haarlemmers het water op en een groep van zo’n 25 peddelaars – allemaal enthousiast ondanks het grijze en miezerige weer – vertrok in zuidelijke richting. We peddelden richting het historische hart van Haarlem, afslaand naar het westen bij de indrukwekkende Molen De Adriaan, waar met serieuze moeite een foto werd gemaakt. 25 kajakkers in de rij krijgen voor een foto is als katten hoeden!
Toen we verder gingen, zagen we aan onze linkerhand de kenmerkende St. Bavokerk, de torenspits boven de skyline uitstekend. Het deed me denken aan een van mijn favoriete schilderijen, “Gezicht op Haarlem met bleekvelden” van Jacob van Ruisdael.
Vandaar gingen we naar het westen richting het groen en stopten bij het Brouwerskolkje. Het was vanaf de 17e eeuw een waterwingebied, bekend om het daar opwellende schone duinwater dat werd gebruikt door de bierbrouwerijen in Haarlem. Hier werden de appeltaart en slagroom naar behoren uit de kajaks gehaald en werd de lente gevierd.
Hierna peddelde het merendeel terug naar de club, terwijl onze Haarlemse gastpersonen de Rotterdamse trekkers op een andere route verder naar het zuiden namen, door Aerdenhout en langs Heemstede, waar we lunchten met heerlijke soep, broodjes en mini chocolade paaseitjes.
Hier volgde een lange peddel, zuidwaarts naar Bennebroek en dan oostwaarts gevolgd door noordwaarts over de Ringvaart via Cruquius terug naar Haarlem. We stopten even bij de Schouwbroekerplas â vooral om de paaseieren op te eten â voordat we weer verder gingen langs enkele indrukwekkende huizen langs het Spaarne, plus wat kinderen van KR&ZV Het Spaarne die leerden roeien. We slingeren terug naar het centrum van Haarlem, onder de Melkbrug door, een ongelijkarmige draaibrug over het Binnenspaarne in Haarlem uit 1887.
Terug bij de club vertrokken we van onze gastpersonen en haastte ons terug naar het hostel voor een douche en diner. Het dinerbuffet was redelijk goed voor een hostel, hoewel we ons door een kudde Britse en Belgische schoolkinderen moesten vechten om er te komen. We hadden allemaal wat tijd voordat sommige mensen de hele nacht gingen slapen, terwijl anderen lagen te luisteren naar het gesnurk, geratel van stapelbedden en de enige telefoon die niet op stil was gezet.
Op zondag hadden we een goed ontbijt voordat we weer vertrokken van het hostel naar de club. Hier werden we nog een keer begroet door onze gastpersonen, voordat we vertrokken tegen de wind van 5 Bft – ook al was het geen 5 Bft het voelde zo aan, en nogal fris ook. De zon begon na een tijdje te schijnen terwijl we naar het noorden peddelden over het Spaarne, dan links bij Fort bezuiden Spaarndam, een bunker van de Stelling van Amsterdam (UNESCO erfgoed), gebouwd in 1882-1903. Interessant genoeg herbergt het de kanoclub Spaarndam en een kinderopvang. Na een zeer korte overbrenging vochten we verder naar het noorden, elk meestal in hun eigen gedachten verzonken, terwijl we genoten van de confrontatie met de wind.
Terug peddelen was relaxed: de wind aan onze kant, een stop bij Fort bezuiden Spaarndam voor koffie en appeltaart; de laatste kilometers (van de 20) werden met gemak afgelegd.
Nadat we onze gastpersonen bij het Trekvogels-clubhuis hadden bedankt en hadden verzekerd dat we elkaar weer zouden ontmoeten, maakten we het laatste water naar het hostel en droge kleren af, voordat we naar huis gingen.
Haarlem is een prachtige stad met vriendelijke en gastvrije kano-/kajakmensen. We hadden het geluk ze samen te zien, en â in ieder geval op zondag â bij mooi weer. Veel dank aan de organisatoren!
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Haarlem Weekend (1-2 april 2023)
Text: Mike
Photos: Vera, Jan-Willem
After the last WinterMaas trip we were invited by our kayak friends from The Trekvogels in Haarlem to participate in their opening of the season, and make a weekend of it by tagging a trip on on Sunday, either on the sea or on the larger waters inland.
We arose early on Saturday to be able to drop our stuff at the hostel where we were to stay, change into our paddling outfit and paddle the 1,5 km to the Trekvogels clubhouse. Here the Haarlem folks took to the water and a group of about 25 paddlers – all keen despite the weather, which was grey and drizzly â set off in a southerly direction. We paddled towards the historic heart of Haarlem, turning west at the impressive Molen De Adriaan, where with serious effort a photo was taken. Getting 25 kayakers in line for a photo is like herding cats!
Going further we saw the landmark St Bavo Church on our left hand side, the spire reaching above the skyline, reminding me of one of my favourite paintings, âGezicht op Haarlem met bleekveldenâ by Jacob van Ruisdael.
From there we headed out west towards the greenery and stopped at the Brouwerskolkje. From the 17th century the clean dune water welling up there was used by the beer breweries in Haarlem. Here the apple pie and cream were duly extracted from the kayaks and the celebration of spring continued.
After this the majority paddled back to the club, while our Harlem hosts took the Rotterdam rascals (good names for baseball teams!) on a different route further south, through Aerdenhout and past Heemstede, where we had lunch of delicious soup, bread rolls and mini chocolate easter eggs.
I must reflect on an incident in Heemstede, where we turned into a side water to portage across to the Ringvaart. At the end was a patch of grass just wide enough for one kayaker to exit at a time. But this was occupied by a motorboat, and about 5 or 6 people trying to extricate the boat from the clutches of gravity and the water. This was taking some time, and while we waited a man came up to the edge and announced that we were not actually allowed to paddle there as it was privately owned water. Here a discussion slowly mounted into an argument with a few kayakers, as to why there was no sign, and how did we know he was who he said he was, etc. Either he was being reasonable and the kayakers were pugnacious, or the other way around, or maybe both, I no longer have any active recollection of the incident. Anyway we left them all with the floundering craft and paddled the extra 5 km or so to get around the portage, making the total distance 32 km for the day.
Here followed a long paddle south to Bennebroek and then eastwards followed by northwards on the Ringvaart via Cruquius back to Haarlem. We stopped for a short break at the Schouwbroekerplas â mainly to try and finish the easter eggs â before heading off again past some impressive houses along the Spaarne, plus some kids at KR&ZV Het Spaarne learning to row. We wound back into the centre of Haarlem, passing under the Melkbrug, an eccentrically-armed swing bridge over the Binnen Spaarne in Haarlem, dating from 1887.
Back at the club we to leave of our hosts and sped back to the hostel for a shower and dinner. The buffet dinner was pretty good for an hostel, although we had to fight through a herd of British and Belgian school kids to get to it. We each had some own time before some people went to sleep all night, while others lay listened to the snoring, rattling of beds parts and the one telephone that hadnât been switched to silent.
On Sunday we had a good breakfast before setting off from the hostel to the club once more. Here we were greeted by our hosts once more, before setting off into the 5 Bft wind â even if it wasnât 5 Bft it felt like it, and rather chilly too. The sun started shining after a while as we paddled north up the Spaarne, before heading off at Fort bezuiden Spaarndam, a bunker of the UNESCO-listed Stelling (defence line) of Amsterdam, constructed in 1882-1903. Interestingly enough it houses the Canoe Club Spaarndam and a child care centre. After a very short portage we battled further north, each lost in their own thoughts most of the time, as we relished the face-off with the wind.
Paddling back was relaxed: the wind on our side, a stop at Fort bezuiden Spaarndam for coffee and apple pie; the last few kilometres (of the 20) were covered in ease.
After thanking our hosts at the Trekvogels clubhouse and assuring that weâd meet again, we covered the last water to the hostel and dry clothes before heading home.
Haarlem is a beautiful city with friendly and hospitable canoe/kayak folk. We were fortunate to be able see them together, and â at least on Sunday â in beautiful weather. Much thanks to the organisers!