Vorig jaar is de basis voor een traditie gelegd met de eerste midweek trip op en rond het Snekermeer in Friesland. Ook dit jaar streken we weer neer op de boerderijcamping aan de Terkaplesterpoelen in Terherne. Terherne dweept met het verhaal dat de Kameleon jongensboeken daar zouden spelen. Zoals dat gaat melken ze dat commerciëel uit. Mike had de organisatie, planning en vervoersplan in handen. Een complexe klus.
De maandag streken de deelnemers vanuit diverse richtingen neer op de camping. Gedurende de midweek was het een mooie nazomer, met blauwe lucht, een licht briesje en stekende zon.
Maandagmiddag eerst een rondje Snekermeer om er in te komen. Turbulent water in de sluis van het Margrietkanaal achter een groot binnenvaartschip dat even de motor opentrok. Op de Goingarijpster poelen trok het wedstrijd skutsje van Franeker zijn zeilen op.
Dinsdag klok 10 was het palaver om te besluiten wat we die dag zouden varen.Het werd Joure.Lunch achter het museum van de Douwe Egbers koffiebranderij. De keerkom van Joure zag er niet zo uitnodigend uit om een terras te gaan zoeken, dus gekeerd, en teruggevaren over de Langweerder wielen.
Arjan en Onno hadden voor woensdag een vaarplan gemaakt, hetgeen besproken werd op het palaver van woensdag. Noordwaarts via Akkrum naar Grou. Grou heeft niet zulke goede uitstapgelegenheden voor kanoâs. De boodschappensteiger van de Jumbo voldeed nog het best. Gelijk daar ook maar lunch en boodschappen gedaan. Vanuit Grou over het Pikmeer weer terug naar Akkrum. Bij de brug daar was het even een klotsbak, maar we konden het rechtop houden. En door naar het basiskamp.
Op het palaver van donderdag viel het besluit naar Sneek te gaan, naar de ijssalon bij de Waterpoort. Heen via Uitwellingerga en Oppenhuizen. Achter de Waterpoort heb je een prettige kano uitstapgelegenheid. Het ijs smaakte heerlijk. Verder via de stadsgracht naar de Houkesloot. Daar is vrij veel verkeer van kruisertjes die daar ook wat harder mogen varen. Dat gaf knobbelig water. Aan het einde van de Houkesloot kom je bij het starteiland van het Snekermeer. De wind was inmiddels aangetrokken, maar met de kop in de wind waren de golven te overkomen om in een rechte lijn naar de Herenzijlbrug te varen, richting boerderijcamping.
âs Avonds op het pizza terras aan de Buorren werden we opgenomen in het feestgewoel van het dorpsfeest, met een allegorische optocht, een kop van jut en boegspriet lopen.
Het palaver van vrijdag besloot een kort tochtje. Eerst een doorvaart door Terherne. Blijkt dat de afgelopen 30 jaar het hart uit Terherne is weggegraven. Een doolhof aan insteekhaventjes, met riante vakantiehuizen en allemaal een boot voor de wal. Wat is Nederland rijk als je dat ziet. Daarna het Margrietkanaal oversteken en via een zelf te bedienen sluisje kom je in de Wieren polder. De marrekriten aanlegplaats bleek helaas wat minder riant om uitgebreid te lunchen. Wel visjes die meelunchten. Omdat het een kort tochtje moest worden, en vanwege onzekerheid over de bevaarbaarheid van de rest van de route, zijn we in de polder dezelfde route teruggevaren. Het sluisje liet zich vlot bedienen, de uitstapgelegenheid voor terrasbezoek in de Zandsloot van Terherne was niet aantrekkelijk, dus waren we overeenkomstig plan om twee uur weer op de camping.
Vervolgens inpakken en ieder ging zijns weegs. Met ruim 100 km achter de peddel. Mike ging de kostenverdeelstaat uitrekenen. Het verslag bij deze. Tekst Gerrit, foto’s Mike, tracks Arjan. Volgend jaar verder. Mike, Iede, Arjan, Onno, Gerrit.
De Kanoclub Rotterdam heeft een lange traditie in het deelnemen aan de Pallietertochten in Lier (B). Op de club hangt een kast vol met Pallieteralia. Mijn vorige Pallietertocht was meer dan 20 geleden. Het werd weer eens tijd om op Pallietervaart te gaan.
Traditioneel worden twee tochten gevaren rondom Lier. In ieder geval op een van de Nete’s. Dit jaar ook op de Rupel. Dit zijn getijdenriviertjes die in verbinding met de Schelde staan. En ze kunnen geducht stromen.
Zaterdag een tocht van zo’n 24 km met opkomend tij vanaf Niel op de Rupel en op de Nete. Je kon je kano op een grote trailer leggen en zelf in de bus stappen naar het beginpunt. De Rupel is bekend van zijn klei en bakstenen. Daarvan resten alleen nog een aantal schoorstenen van vergane steenfabrieken. De Rupel en de Nete stromen binnen hoge dijken die deels zijn begroeid met springbalsemien. Op een aantal plaatsen zijn lange stalen trappen op de oevers gelegd om met de kano in en uit te kunnen stappen.
Zaterdagavond het traditionele feest in het clubhuis. De mosselen waren vervangen door pizza’s. En weer een live orkest, dat zich inspande het publiek in beweging te krijgen met de lichtjes van de schelde.
Kamperen kon je nog steeds op het terrein van het Koninklijk Technisch Atheneum in Lier, en oudgediende Mary-Lou kwam de laatste wederwaardigheden nog even vertellen.
Zondag een tochtje rond het stadje. Eerst een afvaart van de Nete. Een echte afvaart met stroming in de buitenbochten en keerwaters in de binnenbochten. Dan met zijn allen versassen in de sas van Duffel, waar je een paar meter werd opgetild naar het Netekanaal. Na een aantal kilometers varen konden we terrassen bij de andere kanoclub van Lier. En daarna nog even doorvaren en weer overdragen vanuit het kanaal naar de Nete, waar je met nog steeds afstromend water weer terug kon varen naar de eerste kanoclub van Lier.
Op de terugweg waren er de traditionele Belgische omleidingen, maar daar zijn we wel weer uitgekomen.
Ella, Jaap, Mary, Gerrit.
Versassen in de sluis van DuffelTussenstop op het Netekanaal
Het werd weer eens tijd voor een buitenlandse kajak- en kampeervakantie, dus reserveerden Ilja, Harm, Iede, Bert, Mike, Erik en Marianne eind juli â23 een week de tijd om in Denemarken te gaan varen.
Wij zochten de zee op, ten zuiden van het eiland Fyn, waar een kleine archipel ligt, die ook wel de Deense Riviera wordt genoemd. Een bekend gebied, heerlijk om vakantie te houden, want het is dun bevolkt, er zijn legio eenvoudige kampeermogelijkheden en met kajakkers wordt overal rekening gehouden. Al is het maar omdat de helft van de inwoners zelf ook regelmatig in een zeekajak of surfski stapt.
Het weer is natuurlijk een bepalende factor. Niet al te veel regen zou fijn zijn en wel wat wind, maar toch niet meer dan 5Bft. De weersvoorspellingen waren anders, schrikbarend zelfs. In heel Noord-Europa zou het fors gaan waaien, met Denemarken als punt waar de storm omheen cirkelt en dus op zijn hevigst is. Omdat een voorspelling voor over een week per definitie onbetrouwbaar is, gingen we toch. En viel het mee, zolang we de tochten erop aanpasten, in afstand, beschutting en dus in vaarrichting.
De trektocht startte en eindigde op camping Syltemae, waarvan de eigenaar zelf ook een enthousiast kajakker is. Alle kampeerspullen gingen mee in de boten, maar Denemarken kent gewoon winkels en kroegen, dus we hoefden niet voor zeven dagen eten mee te nemen. Hoeft niet, kan wel, bleek uit sommige zeer goed gevulde kajaks.
De groep was gemĂȘleerd, in kracht en ervaring, maar gezamenlijk hadden we voldoende in onze mars om hier veilig te varen en te genieten van de golven. Die stonden er genoeg, soms als kleine rimpelingen, maar vaak ook stevige bogen, die af en toe braken. Dat was dus hard werken of soepel surfen, net wat onze route met zich meebracht. Het was nooit saai, eigenlijk hadden we de perfecte omstandigheden. Of, zoals we geleerd hadden van Berts dochter: het was altijd weer de mooiste dag van ons leven!
Met slepen en reddingsoefeningen werd er ook nog wat getraind. Mike en Iede rollen dan wel het best, maar Ilja is de onbetwiste kampioen volhouden.
Aanspraak hadden we snel: op de kant met nieuwsgierige zeilers, op het water met andere kajakkers. Waar kom je vandaan? Waar ga je naartoe? Zo kregen we van locals tips over extra mooie kampeerplekjes, de beste uitstapplek of een goed moment om de enige engte met stroom, ten zuiden van Svendborg, in ons voordeel te laten werken.
Meer tijd? Dan kwam er een lekker Deens biertje bij en werd de wereldproblematiek na verloop van tijd eenvoudig opgelost.
De gekste uitnodiging kwam van een grote groep zeilers die samen met hun kinderen de regatta voeren met ouderwetse kleine boten, voorzien van vierkante, bruine zeilen: om 10 uur was er ochtendgymnastiek in de haven. En we hebben ons best gedaan, tussen een kleine honderd anderen, op de kade!
Met vijf kleine tentjes konden we overal goed terecht. In havens was vaak een grasveld, een toiletgebouw en soms een mooie schuilplaats annex kookgelegenheid, waardoor de regen nooit al te vervelend werd. Dat die schuilplaats een prima feestlocatie voor de plaatselijke jeugd was, dat hadden we kunnen bedenken. Nou ja, ook gezellig. Uit hun stoere verhalen tegen Iede was op te maken, dat zij vandaag de beste avond van hun leven gingen meemaken. De havenmeester wekte ons âs ochtends nogal gepikeerd, maar zag al snel dat deze grijze koppen niet het puberfeest hadden gehouden waar de resten nog van waren achtergebleven.
De dorpjes in de archipel zijn meestal eeuwenoud, goed onderhouden en nodigen uit om rond te slenteren, de kerk te bezichtigen, te genieten van koffie en âwoffelsâ.
Svendborg komt dan al snel over als metropool, met een toeristisch centrum en prima terrasjes. In de haven even extra goed letten op de veerboten en overig verkeer.
Mike experimenteerde met zijn waterdichte camera en maakte de mooiste fotoâs van onze boten, van de groep, maar vooral van het leven onder de waterspiegel. Jammer dat die ene zeehond die we gespot hadden, zo snel uit zicht was. Schreeuwende en duikende sterntjes, oeverzwaluwen, eidereenden, zaagbekken, ze staan in ons geheugen als onze tochtgenoten.
De week was echt vakantie, een goede oefening in temporiseren, niet te snel willen inpakken en vertrekken, want een groep heeft tijd nodig. Voor mij betekent dat ook dat er tijd genoeg over moet blijven om te lezen en dus was ik blij met de lange avonduren. Alle drie waren ze het beste vakantieboek van mijn levenâŠ
Tekst: Marianne Fotoâs: Mike
The Danish Riviera
It was time for another kayaking and camping holiday abroad, so Ilja, Harm, Iede, Bert, Mike, Erik and Marianne reserved a week at the end of July ’23 to go paddling in Denmark.
We went out to sea, south of the island of Fyn, where there is a small archipelago, also called the Danish Riviera. A well-known area, great for a holiday, because it is sparsely populated, there are many simple camping options and kayakers are taken into account everywhere. If only because half of the inhabitants also regularly get into a sea kayak or surf ski.
The weather is of course a determining factor. Not too much rain would be nice and some wind, but not more than 5Bft. The weather forecasts were different, frightening even. The wind would be strong throughout Northern Europe, with Denmark as the point around which the storm circles and is therefore at its strongest. Because a forecast for a week ahead is by definition unreliable, we went anyway. And it was not too bad, as long as we adjusted the trips to it, in distance, shelter and therefore in paddling direction.
The trek started and ended at camping Syltemae, the owner of which is also an enthusiastic kayaker. All camping gear went with us in the boats, but Denmark has shops and pubs, so we didn’t have to bring food for seven days. You don’t have to, you can, as evidenced by some very well-stocked kayaks.
The group was mixed, in strength and experience, but together we had enough in our march to sail here safely and enjoy the waves. There were plenty of them, sometimes as small ripples, but often also solid arches, which occasionally broke. So that was hard work or smooth surfing, just what our route entailed. It was never boring, actually we had the perfect conditions. Or, as we learned from Bert’s daughter: it was always the best day of our lives!
Every day someone took on the task of tour leader, sometimes against will and thanks, and the effect was there: there has not been such disciplined paddling for a long time. The more restless the water, the more important it is that one person makes the decisions. The rest thought along, in advance and on the water, but there is no time for discussion in the middle of the sea. Afterwards, all the more⊠I’ve had enough evaluation for the time being. There was also some training with towing and rescue exercises. Mike and Iede may roll the best, but Ilja is the undisputed champion of perseverance.
We quickly had connection: on the shore with curious sailors, on the water with other kayakers. Where do you come from? Where are you going? For example, we received tips from locals about extra beautiful camping spots, the best place to get out or a good time to make the only strait with current, south of Svendborg, work to our advantage. More time? Then a nice Danish beer was downed and the world’s problems were easily solved over time. The craziest invitation came from a large group of sailors who sailed a regatta with their children in old-fashioned small boats with square brown sails: at 10 o’clock there was morning gymnastics in the harbor. And we did our best, among a hundred others, on the quay!
With five small tents we were able to go everywhere. In harbors there was often a lawn, a toilet block and sometimes a nice shelter annex cooking facility, so that the rain never became too annoying. We could have imagined that the shelter was a great party location for the local youth. Well, also fun. From their tough stories to Iede it could be concluded that today they were going to experience the best evening of their lives. The harbor master woke us up in the morning, but soon saw that these gray heads had not had the puberty party of which the remains were still scattered around.
The villages in the archipelago are usually centuries old, well maintained and invite you to stroll around, visit the church, enjoy coffee and ‘woffels’. Svendborg quickly comes across as a metropolis, with a tourist center and excellent terraces. In the harbor pay extra attention to the ferries and other traffic.
Mike experimented with his waterproof camera and took the most beautiful pictures of our boats, of the group, but especially of life below the water surface. Too bad that one seal we spotted was out of sight so quickly. Screaming and diving terns, sand martins, eiders, mergansers, they are in our memory as our companions.
The week was a real holiday, a good exercise in timing, not wanting to pack and leave too quickly, because a group needs time. For me that also means that there should be enough time left to read and so I was happy with the long evening hours. All three were the best holiday book of my lifeâŠ
Zoutkamp (Gronings: Zoltkamp of Soltkamp) is een dorp in de gemeente Het Hogeland in de provincie Groningen. De naam verwijst naar zijn ligging aan de voormalige Lauwerszee (kamp = veld). En die ligging is ideaal om in een lang weekend verschillend water te bevaren (binnen water, groot water en de Waddenzee).
Zelf ben ik geen lid van Kano Club Rotterdam, maar van de Trekvogels uit Haarlem en met onze club was ik ook al eens in Zoutkamp geweest. Ik was ontzettend blij dat ik met clubgenoot Aad mee kon met dit kano/kampeer weekend want deze omgeving blijft toch een van mijn favorieten.
Camping ât Ol Gat is een reuzestek aan het Hunsingo-kanaal net buiten de dorpskern van Zoutkamp. Dat laatste was ook maar gelukkig want het dorp gonsde van de activiteiten: vlaggetjesdag, kermis, muziek en vuurwerk, dit alles nu op veilige afstand.
Zaterdag zijn we via de Zoutkamperril naar het Lauwersmeer gevaren. Voor een mooie dag was het opvallend stil vond ik want zowel het Lauwersmeer als de Zoutkamperril is erg populair bij de recreatievaart. Het Zoutkamperril (en Lauwersmeer) markeert de grens tussen de provincie Groningen en Friesland en in beide provincies gaan we vandaag aan land.
Het Zoutkamperril kronkelt door het landschap met wuivend riet aan beide kanten en volop vee aan de Friese zijde. Op een erg warme dagen lopen de koeien in het water en waan je je in een oud schilderij. Maar vandaag verschuilen ze zich een beetje en op de terugweg was het wind technisch ook nog beter aan de andere kant te varen.
Aangekomen op het Lauwersmeer lonkt de gedachte aan een kopje koffie en varen we naar Oostmahorn. Dit dorp is geheel nieuw, maar gebouwd in oude stijl. En het mag er zijn, evenals de koffie overigens. We zijn er niet achter gekomen waarom de oranjekoek roze is, maar dat mocht de pret niet drukken. We steken het Lauwersmeer over en varen langs de oostelijke oever verder. Veel van de gebieden zijn tegenwoordig beschermd en afgebakend met gele boeien, jammer want ook de eilanden zijn interessant. Voor de lunch meren we aan bij een van de kleine inhammetjes speciaal hiervoor bestemd.
Was er eerder nagenoeg geen wind (we passeerden de zeilboten moeiteloos), trekt deze nu wat aan en moeten we er wat harder voor werken om thuis te komen. Maar wat een heerlijk dagje varen was dit. We hebben gereserveerd in het plaatselijke pizza-restaurant en genieten van het fijne gezelschap (Marianne, Erik, Ilja en Harm, Gertjan, Iede, Aad en ik).
De wind- & weersvoorspellingen kunnen niet beter zijn om zondag het Wad op te gaan dus wordt er aan het rekenen geslagen. We willen vanaf Lauwersoog naar de Engelsmanplaat en dan moet je rekening houden met het tij, stroming en de wind.
Genoeg expertise in de groep en gezamenlijk wordt het plan concreet: Wind: 8 tot 11 uur 3Bft, 11 tot 17 uur 4 Bft Hoogwater Delfzijl 6.40 ochtend
wegrijden camping 8.30
wegvaren haven Lauwersoog 9.40
aankomen op Engelsmanplaat 11.40
Vertrek 12.10
Aankomst haven Lauwersoog 14.10
We zullen de boeienlijn naar de Engelsmanplaat volgen. Het wordt voor Gertjan de eerste keer dat hij op het Wad vaart, altijd spannend!
Zo gezegd, zo gedaan.
Marianne is tochtleidster en voordat we te water gaan wordt er nog een keer het plan en de afspraken besproken. Erg belangrijk als je op zee gaat varen om als groep bij elkaar te blijven. Mocht er wat gebeuren dan kunnen we elkaar helpen.
Het wordt een dagje heerlijk varen op het wad. Net genoeg golven (en wind) voor iedereen om zonder problemen de oversteek te maken. Op de Engelsmanplaat zijn we niet de enige kajak vaarders. Ook een groepje uit Groningen geniet van de gunstige weersomstandigheden. Â Het enige wat we niet helemaal goed hadden gepland waren de parkeerplekken, we staan in een blauwe zone en daar mag je officieel maar 2 uur staan. Met een beetje vals spelen (parkeerkaarten later zetten) en veel geluk komen we er zonder parkeerboetes af.
Over een kop koffie besluiten we gezamenlijk op de camping te koken. Leuk om te zien hoe ieder spontaan zijn of haar bijdrage levert en de rollen (wie kookt wat) zich als vanzelf voegen. Er moeten nog een paar boodschappen gekocht worden, dus rijden we langs een Jumbo die wel op deze Pinksterzondag open is. Aangekomen op de camping eerst maar eens het Hunsingo-kanaal inspringen. Je moet even doorkomen, maar echt koud is het water niet meer.
De camping heeft een overkapping met 2 grote tafels (precies voor 8 personen!!) een kooktoestel en een ijskast waar we dankbaar gebruik van maken. Ik vind het altijd reuze gezellig om over het snijden van groentes en koken de dag nog eens te bespreken en de plannen voor de volgende dag vormen zich als vanzelf. Het wordt genieten van een heerlijke 3-gangen maaltijd. Om 23.00 uur is er nog vuurwerk maar mijn slaapzak ligt veel te lekker en ik luister vanuit mijn tent naar de knallen. Te horen aan het commentaar vanuit de andere tenten is het een mooi schouwspel.
Maandag alweer de laatste dag. Na een ontbijtje eerst maar eens de tenten afbreken en alles in de autoâs laden. Maar om 10.00 zitten we allemaal in de boot en slaan linksaf het Hunsingo-kanaal op (in??) om een rondje via Warfhuizen en het Reitdiep te maken. Blij dat het een rondje was, dan heb je ook altijd een stuk wind mee! Ik ben een beetje allergisch voor het woord âkanaalâ – dat is vast zoân lang saai recht stuk, maar gelukkig kan dat reuze meevallen, zo ook vandaag.
In Warfhuizen besluiten we onze eerste rustpauze te houden. Eigenlijk willen we het plaatselijke kerkje bezoeken, maar er wordt net een kerkdienst gehouden, jammer. We doen de deur weer zachtjes dicht en gaan lekker ergens in het gras zitten pauzeren.
Wat verderop slaan we rechtsaf het Reitdiep op. Het zijn mooie kronkelige watertjes waar het fijn varen is. Ook volop planten en kan het niet laten een valeriaanplant mee te nemen om thuis in mijn bakken te zetten. Wat later in de middag stoppen we op een camping in Erica. Heerlijk in het zonnetje wordt genoten van een eigen boterhammetje, restjes van gisteravond of een broodje kroket. Zo kunnen we het laatste stukje aangesterkt weer verder. En we moeten werken om weer in Zoutkamp te komen. Maar wel extra leuk vandaag: het is een drukte van jewelste en de vissersboten zijn omgetoverd tot kleine discovloeren. Er wordt overal gezellig gedanst.
En dan zit er niets anders op dan ons om te kleden en de kanoâs op de autoâs te binden. Eigenlijk wilden we in Zoutkamp nog een lekker visje eten, maar de kans dat we dat ook kregen schatten we miniem vanwege de drukte dus rijden we naar Lauwersoog. Natuurlijk is het daar ook bere-druk, maar petje af hoe alles georganiseerd is- ik heb lekker gegeten. Even laten scheiden onze wegen, om naar Haarlem te rijden is het gunstiger om over de afsluitdijk te rijden.
Bedankt Marianne, Erik, Iede, Gertjan, Ilja, Harm en Aad – ik heb een heel gezellig weekend gehad.
We peddelen graag naar de Marker Wadden, maar sinds de camping gesloten is, is het een puzzel om het meeste uit de reis te halen. Dit jaar hebben we besloten om op zaterdag aan de westkant te peddelen, op Flevoland te kamperen en dan op zondag aan de oostkant te peddelen.
We begonnen bij WSV De Blocq van Kuffelen (Oostvaardersdiep), waar een verbaasde maar vriendelijke havenmeester ons de voorzieningen liet gebruiken â zoân verzoek had hij nog nooit gehad! We vertrokken naar het noordwesten, richting Marken, terwijl we het âPaard van Markenâ, de informele naam voor de vuurtoren, probeerden waar te nemen, een goed navigatiepunt. De wind kwam, vrij ongebruikelijk, uit het oosten en we hadden een frisse bries en golven toen we overstaken, een aangename uitdaging. Bij de vuurtoren hadden we een late lunch en besloten toen om Volendam (i.p.v. Marken) in te gaan, aangezien we al ver in de middag waren. In Volendam landden we op een ministrand, pakten snel een visje of een ijsje, ontweken de toeristen en vertrokken naar het zuidelijke deel van onze reis. Hier hadden we dezelfde wind en golven alleen van de linkerkant, maar omdat we naar het zuidoosten peddelden was de wind meer tegenwind. Na weer een korte pauze bij de vuurtoren peddelden we verder naar de haven, voor een totale tocht van 30 km.
We overnachten op ât Oppertje, een gezellige, schaduwrijke camping aan de rand van Lelystad, om uitgerust op te staan voor de tweede dag.
~~~~~~~~~~~~~~~ Audrey:
Zondagochtend 6.30 uur gaat de wekker. Vandaag gaat het gebeuren: voor het eerst met Kano Club Rotterdam mee op groot watertocht naar de Marker Wadden! Ik fantaseer over eilandjes, zandbanken en zonnende zeehonden. Opgewonden check ik mijn tas: zonnebrand, zonnebril, zonneklep, wetsuit, waterschoenen, bidon en lunch.Â
Jasper en ik zijn beginners. We volgen de opfrislessen bij Iede op woensdagavond. We voelen sinds kort ‘druk op de peddel’ “en daar begint het”, zegt Iede. Marianne heeft ons gekoppeld aan Otto. Op de club vullen we met elkaar zijn auto met rugzakken, peddels en vesten, boten op het dak. Op cruise control en Sky Radio is het rustig wakker worden. We rijden door strakke nieuwbouwwijken en langs Batavia Stad Fashion Outlet. âYesssâ zegt Otto. âWe zijn er!â
Het is half 11 en al 24 graden, maar de parkeerplaatsen en het strand van Lelystad zijn nog lekker leeg. Marianne, Erik, Iede en Mike staan ons op te wachten. Ze hebben er al 31 km op zitten van de dag ervoor. Iedereen kleedt zich als een kajakker. Alleen Otto en ik zien eruit als strandgangers met onze t-shirts en korte broek/rok.
Mike maakt alvast een verfrissende rol in het water, maar komt dan boven met een half houten peddel. Wat een pech! Daar is dus die reservepeddel op het achterdek voor. Maar ook die houdt het niet lang en Mike is peddelloos. Gelukkig is er nog een reservepeddel en kunnen we van start. We koersen op 210 graden. Dit heeft Marianne mooi uitgerekend met behulp van haar kaart.
Met amper wind lijkt het water op een strakgestrokken spatzeil. Ideaal voor de beginners onder ons, maar minder voor Eriks spanningsboog. Vaak tel ik zes i.p.v. zeven boten. Na wat speuren aan de horizon spotten we Erik regelmatig op 50 graden. Binnen no-time vaart hij weer tussen ons in. Soms vinden we hem bij een boei. Er wordt regelmatig in de lucht gekeken. Zouden we de witte zeearend spotten? In mijn gedachten hoor ik Iedeâs woorden âtrap, trap, trapâ en kijk ik naar de stand van mijn handen t.o.v. de peddel. Zit ik goed recht? Zijn mijn handen ontspannen? Draai ik mijn lichaam? Vaar ik nog recht? Soms verdwijnen de gedachten en voel je de flow. De wadden komen dichterbij. We zullen daar beslissen of we dezelfde weg terugnemen of er een rondje van maken.
We houden een stop en kunnen het eiland verkennen. Iede, Otto en Mike zitten al in de schaduw aan de boterham en zelf meegebrachte koffie. Marianne, Erik, Jasper en ik wandelen eerst rond en verbazen ons over grote margrieten, schreeuwende vogels en witte reigers. We klimmen in de Steltloper. Vanuit daar hebben we een prachtig uitzicht over het Markermeer.
We zwichten voor de achterkant van het eilandpaviljoen, koffie en appeltaart en pakken daarna pas onze brooddoos. Nog geen witte zeearend gezien. Inmiddels zijn er wel al wat meer golfjes. We hebben 7 km gevaren en moeten bij een rondje nog minstens 2x dezelfde afstand. We besluiten unaniem dat we daarvoor gaan.
Jasper: Na het verlaten van de haven komen we nog even samen voor de groepsfoto, en al snel manoeuvreren we tussen de voor anker liggende zeilbootjes naar de noordkant van de eilandengroep. Daar komt de wind, daar komen golfjes!
Onze kaart blijkt wat verouderd, maar voor een keer zijn we daar blij om. De gele boeien die er enige tijd geleden lagen om vaarders weg te houden van het nieuwe land zijn verdwenen. Het land is stabiel, en we mogen wat dichter langs de kant varen. Dat maakt het navigeren gemakkelijk, maar het blijft leuk om af en toe te checken waar we precies zijn, en wat we zullen doen eenmaal we een hoekje verder zijn. Er is een lange strook zand, oost-noord-oostwaarts, en daarna is het een redelijk duidelijk verhaal terug naar het strandje.
Voor wie een kompas op zijn boot heeft, tenminste. We varen niet op een huis of een toren af, maar op een koers. Maar welke? Twee varen hier, een paar daar, een vijfde daartussenin. Ik kies ervoor om Mike te volgen, dat voelt redelijk veilig. Maar zo tellend kom ik toch weer aan zes. Waar zit Erik? Heel in de verte zie ik wat bewegen, en eronder zowaar een streepje geel. Ondertussen word ik goed heen en weer geduwd door de golfjes, die ondanks een lage windkracht toch wat meer zijn dan ik vanuit Kralingen gewend was.
Wanneer we een vlot vormen om pauze te nemen, wat water te drinken en een appel te eten, zou ik graag mijn benen even strekken. Ik was gewaarschuwd, wist op zich ook dat dit is hoe je op groot water even pauzeert, maar wat zou het toch heerlijk zijn om even rechtop te lopen en niet te zitten.
Rechts zien we een lange lijn Markerwaddenzand, voor me een toren en links een huis, en we gaan weer verder. Na ongeveer een half uur (denk ik, wie weet?) zie ik rechts een lange lijn Markerwaddenzand, voor me een toren en links een huis en Erik (hoe komt hij daar?). Er is wat meer wind die in ons gezicht blaast en ik moet erop vertrouwen dat we vooruit bewegen. Die ervaren vaarders zullen vast wel wat zeggen als ze denken dat we achteruitgaan.
Het blijkt ook goed te gaan. Na een tijdje verdwijnt het zand, is er enkel water. De toren wordt groter. En steeds trager gaan we vooruit. Fysiek is het niet zo lastig, maar mentaal gaat de focus op doorzetten. âMeer op techniek varenâ, zo klinkt het, maar dat probeer ik natuurlijk al de hele tijd.
En dan zien we de paaltjes waar we begonnen, nog een bocht om een golfbreker en dan⊠Een ongelooflijke muur van geluid. Dat lege strandje is om half vijf volgepompt met mensen. Muziek uit speakers, kinderen, honden, noem maar op. Na urenlang enkel wind, vogels en het eigen peddelen te horen is het een schok.
Bij het uitstappen voel ik me als een marsmannetje, met alle uitrusting en beschermend materiaal tussen de bijna naakte lichamen. De kinderen staren met open mond, en komen vragen of ze ook eens in de boot mogen zitten.
We dragen de kajaks naar de relatieve rust van de parkeerplaats. Omkleden weer, kajaks vastbinden, en wanneer we daarmee bezig zijn komt er een groepje jongens met een kast van een speaker. Zo een JVC van acht kilo, op de schouder. Ik wil niet denken aan hoe het strand straks zal beven en kruip snel de auto in.
Achteraf ben ik heel blij. Zowel dat ik een dag ben komen meevaren (wat een avontuur) als dat ik geen twee dagen ben komen meevaren. Daar zijn wat meer kilometers voor nodig, en wat meer techniek. Die ga ik op cursus bij Iede weer oefenen, en in de volgende lange tocht.
Marker Wadden (10-11 June 2023)
Text: Mike, Audrey & Jasper
Photos: Marianne, Audrey, Mike
Mike:
We enjoy paddling to the Marker Wadden, but since the camp site closed itâs been a puzzle to get the most out of the trip. This year we decided to paddle on the west side on the Saturday, camp on Flevoland and then paddle on the east side on Sunday.
We started at WSV De Blocq van Kuffelen (Oostvaardersdiep), where a surprised but kind harbour master let us use the premises â heâd never had a request like this before! We set off to the north-west, towards Marken, trying to get a sighting on the âHorse of Markenâ, the colloquial name for the lighthouse. The wind was, quite unusually, from the east, and we had a fresh breeze and waves to contend with as we crossed, a pleasant challenge. At the lighthouse we had a late lunch, then decided to head into Volendam, as we were already well into the afternoon. In Volendam we landed on a mini beach, grabbed a quick fish or ice cream, dodging the tourists, then set off for the southern leg of our trip. Here we had the same wind and waves only from the left side, but as we paddled south-easterly the wind was more of a head-wind. After a short break at the lighthouse again we set off for the harbour, for a total trip of 30 km.
We spent the night at ât Oppertje, a pleasant, shady camp site on the outskirts of Lelystad, to arise refreshed for the second day.
Audrey: Sunday morning at 6.30 am the alarm goes off. Today it will happen: for the first time with Kano Club Rotterdam on a large water trip to the Marker Wadden! I fantasize about islands, sandbanks and sunbathing seals. Excitedly I check my bag: sunscreen, sunglasses, sun visor, wetsuit, water shoes, water bottle and lunch. Jasper and I are beginners. We follow the refresher lessons at Iede on Wednesday evening. We’ve recently been feeling ‘pressure on the paddle’ “and that’s where it starts,” says Iede. Marianne linked us to Otto. At the club we fill his car together with backpacks, paddles and vests, boats on the roof. On cruise control and Sky Radio it is a quiet wake-up. We drive through new housing estates and past Batavia Stad Fashion Outlet. âYesssâ says Otto. “We are here!” It is half past 11 and already 24 degrees, but the parking lot and the beach of Lelystad are still nice and empty. Marianne, Erik, Iede and Mike are waiting for us. They have already covered 31 km from the day before. Everyone dresses like a kayaker. Only Otto and I look like beachgoers in our t-shirts and shorts/skirts.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Mike already makes a refreshing roll in the water, but then surfaces with a half-wooden paddle. What a bad luck! That’s what that spare paddle on the aft deck is for. But it doesn’t last long either and Mike is paddleless. Fortunately there is still a spare paddle and we can start. We are heading at 210 degrees. Marianne has calculated this nicely with the help of her map. With hardly any wind, the water resembles a taut splash cover. Ideal for the beginners among us, but less so for Erik’s attention span. I often count six instead of seven boats. After some searching on the horizon, we regularly spot Erik at 50 degrees. In no time he sails between us again. Sometimes we find him near a buoy. The sky is regularly checked. Would we spot the white-tailed eagle? In my mind I hear Iede’s words “kick, kick, kick” and look at the position of my hands in relation to the paddle. Am I right? Are my hands relaxed? Do I turn my body? Am I still right? Sometimes the thoughts disappear and you feel the flow. The mudflats are getting closer. We will decide there whether we take the same way back or make it a circle.
We have a stop and can explore the island. Iede, Otto and Mike are already sitting in the shade with a sandwich and their own coffee. Marianne, Erik, Jasper and I first walk around and marvel at large daisies, screaming birds and white herons. We climb into the Steltloper. From there we have a beautiful view over the Markermeer.
We succumb to the back of the island pavilion, coffee and apple pie and only then grab our lunch box. Haven’t seen a white-tailed eagle yet. There are now some more waves. We have paddled 7 km and have to do at least 2x the same distance around. We unanimously decide to go for it.
Jasper: After leaving the harbour we get together for a group photo, and soon we maneuver between the anchored sailing boats to the north side of the archipelago. Here comes the wind, here come waves!
Our map appears to be a bit outdated, but for once we are happy about that. The yellow buoys that were there some time ago to keep boats away from the new land have disappeared. The land is stable, and we can paddle a little closer to shore. That makes navigating easy, but it’s still nice to check where we are from time to time, and what we’ll be doing once we’re a little further. There’s a long strip of sand, east-north-east, and then it’s a fairly straight story back to the beach. For those who have a compass on their boat, at least. We are not paddling towards a house or a tower, but on a course. But which? Two paddle here, a few there, a fifth in between. I choose to follow Mike, which feels quite safe. But counting like that brings me back to six. Where is Erik? Far in the distance I see something moving, and underneath it actually a stripe of yellow. In the meantime I am being pushed back and forth by the waves, which, despite a low wind force, are a bit more than I was used to from Kralingen. When we form a raft to take a break, drink some water and eat an apple, I would like to stretch my legs. I was warned, I also knew that this is how you take a break on big water, but how wonderful it would be to walk upright and not sit. On the right we see a long line of Markerwaddenzand, in front of me a tower and on the left a house, and we continue. After about half an hour (I think, who knows?) I see a long line of Markerwaddenzand on the right, a tower in front of me and on the left a house and Erik (how did he get there?). There is a bit more wind blowing in our faces and I have to trust that we are moving forward. Those experienced paddlers will probably speak up if they think we’re going backwards.
It also appears to be going well. After a while the sand disappears, there is only water. The tower is getting bigger. And slower and slower we move forward. It’s not that difficult physically, but mentally the focus is on perseverance. âPaddling more on techniqueâ, that is how it sounds, but of course I have been trying to do that all the time. And then we see the posts where we started, another turn around a breakwater and then⊠An incredible wall of sound. That empty beach is filled with people at half past five. Music from speakers, children, dogs, you name it. After hours of hearing only wind, birds and your own paddling it is a shock. When I step out I feel like a Martian, with all the gear and protective gear between the nearly naked bodies. The children stare with their mouths open, and come to ask if they can also sit in the boat. We carry the kayaks to the relative quiet of the parking lot. Change clothes again, tie up kayaks, and when we’re doing that a group of guys comes with a cabinet of a speaker. Like an eight kilo JVC, on the shoulder. I don’t want to think about how the beach will shake later and quickly crawl into the car. In retrospect I am very happy. Both that I came along for a day (what an adventure) and that I did not come along for two days. That requires some more kilometers, and some more technique. I’m going to practice that again on a course at Iede, and in the next long trip.
Wat: Familie-kanoweekend 2023 Waar: Nationaalpark de Weerribben Wanneer: 18-21 mei Deelnemers: 8 volwassenen en 8 kinderen in de leeftijd van 7 â 13 jaar Accommodatie: Watersportcamping Tussen de Diepen, Blokzijl Tekst en foto’s: Amelia
Nadat we ons hadden geĂŻnstalleerd in de trekkershuisjes en de safaritenten was er nog tijd om een tochtje te maken naar het dorpje Blokzijl. Blokzijl was in de 17 e eeuw een welvarend dorp omdat het de toegangspoort naar de Zuiderzee was. Dat is ook goed te zien aan de stenen huizen die rond de jachthaven in het oude dorpshart te vinden. Sfeervolle restaurantjes en winkels die nu in de huizen gevestigd zijn, maken van het dorp een toeristische trekpleister. Nadat we ons welverdiende ijsje op hadden, klommen we weer in de kanoâs en kajakken om terug te varen. Eenmaal terug staken de volwassenen de barbecue aan en speelden de kinderen meerdere potjes Weerwolven. Rond 23 uur lag iedereen in bed en was het stil op de camping.
De volgende dag vetrokken we vanaf de camping richting het noorden. We voeren door een landschap van moeras en rietvelden. De fauna die we tegen kwamen bestond uit libellen, libellen en nog meer parende libellen. Maar ook ooievaars en zwaluwen waren volop zichtbaar.
De vrijdag- en zaterdagavond brachten de kinderen op dezelfde manier als de donderdagavond: Weerwolven spelen. Kanoënde Weerwolven in de Weerribben.
De tocht op zaterdag begon (en eindigde) op camping de Kluft, in Ossenzijl. De vaarroutes in dit gebied worden druk bevaren door recreanten, die niet allemaal evenveel vaarervaring hebben. Het landschap hier is minder plat, langs de oevers groeien meer bomen en kun je op meerdere plekken aanleggen om te pauzeren. Camping de Kluft is een iets grotere camping met meer faciliteiten maar ook gelegen aan het water waardoor het mogelijk is in je kajak direct van de camping te vetrekken.
Wanneer gaan we weer? Weerwolven in de Weerribben?
Wist je dat gezinsleden tot 16 jaar maar ⏠25,00 aan contributie betalen bij Kano Club Rotterdam? Meldje zoon of dochter snel aan, want het is superleuk om samen te varen en deel te nemen aan dit soort kampeerweekenden, zoals je net gelezen hebt!
Scroll down for English Tekst: Mike Foto’s: Marianne & Mike
Op deze zondag hebben we weer een rondje gemaakt om het eiland Tiengemeten! Dit was een opstap voor mensen die voor het eerst open water wilden proberen, maar we hebben het eiland in het verleden vele malen rondgepeddeld. Het was bijna windstil, zo’n 18° C en het water koel. Er was ook weinig verkeer, de jachten willen wind en voor de fossiele boten moet het warmer zijn, neem ik aan.
Er zijn twee hoofdroutes om rond het eiland te peddelen: beginnend bij de veerboot aan de noordkant van het eiland en er omheen met een lunchstop bij Stad aan ’t Haringvliet, of startend vanaf de Haringvlietbrug in het oosten met dezelfde lunchstop. De eerste is ongeveer 19 km, de laatste ongeveer 25 km. We deden de kortere route en de reis was zeer aangenaam â niet te warm en met een wazige start waardoor de horizon mystiek leek.
Route van vandaag in groen (19 km), de andere route in rood (25 km)
Een ander gezicht van Tiengemeten is dat je niet precies kunt voorspellen wat voor weer het wordt, op deze tocht was er onweer voorspeld voor de middag, maar we hadden helemaal geen regen totdat we goed en wel op weg waren naar huis in de auto’s. Zoals bij elke tocht op open water, is het hebben van een back-upplan voor verrassingen in het weer essentieel, zelfs als dat betekent dat je alleen maar kunt omkeren.
Een rondje Tiengemeten blijft een vaste onderdeel van Kano Club Rotterdam, omdat het relatief dichtbij is en de vele gezichten ervoor zorgen dat we veel verschillende tochten op dezelfde route kunnen maken. Het is ook de moeite waard om een dagtocht te maken om te wandelen of fietsen op het eiland en te genieten van de natuur, vooral de vogels.
We komen terug!
The Ten Faces of Tiengemeten (7 May 2023)
Text: Mike
Photos: Marianne & Mike
On this Sunday we did a lap of the island Tiengemeten, again! This was a starter for people wanting to try open water for the first time, but we have lapped the island many times in the past. Today was almost windless, about 18° C and cool water. There was also little traffic, the yachts want wind and for the fossil-boats it needs to be warmer, I assume.
There are two main routes to paddle around the island, starting at the ferry on the north of the island and lapping it with a lunch stop at Stad aan ât Haringvliet, or starting from the Haringvliet bridge on the east with the same lunch stop. The former is about 19 km, the latter about 25 km. We did the shorter route, and the trip was very pleasant â not too hot and a hazy start which made the horizon appear mystical.
Todayâs route in green (19 km), the other route in red (25 km)
This is one face of Tiengemeten. I was expecting it to be a bit boring, as weâd paddled before with zero wind on a warm day and I found it less interesting â straight forward and too hot. That is another face. The prevailing wind is of course from the south-west. Weâve also paddled in the winter with a strong wind from the north, which meant waves all the way and a robust paddle from the lunch spot to the north shore, before heading back to the bridge. That was an invigorating trip, I slept well that night!
Other times weâve had less wind but rain and overcast weather, also times with many motor boats allowing us to surf in the wakes. One of the best faces of this trip is when there is a strong westerly wind, when we paddle against the wind to a well-earned lunch, then paddle back on the southerly leg, surfing as much as possible on the waves that the wind has blown up for us, we reach abnormal speeds this way!
A different trip, a different face
Another face of Tiengemeten is that you canât predict exactly what the weather will be, on this trip there was a thunderstorm predicted for the afternoon, but we had no rain at all until we were well on the way home in the cars. As with any open water trip, having a backup plan for surprises in the weather is essential, even if it means just turning around.
A lap of Tiengemeten will continue to be a staple of Kano Club Rotterdam, as it is relatively close, and itâs many faces mean that we can have many trips on the same route. Itâs also worth visiting for a day trip to walk or cycle on the island and enjoy the nature, especially the birds.
Tekst en foto’s: Sophie Deelnemers: Paula, Danique, Joost, Elisabeth, Jean Paul, Sophie
Op 22 April 2023 zijn we met een groep van 7 open kanoĂ«rs de Linge af gevaren. Het leuke van een open kano is dat je alles wel mee kan nemen. Dit was vooral voor zoân vroege lente dag perfect. We zouden een âs ochtends een zonnetje hebben en in de middag zou het mogelijk regenen en misschien zelfs wel onweren.
Jean Paul en Elisabeth waren het meest avontuurlijk en een dag van tevoren in de buurt van Leerdam op een natuurcamping gaan overnachten. Ze weten inmiddels waar je in Leerdam de beste koffie kunt drinken en volgens hen is het Glasmuseum is echte aanrader.
Joost had een auto met trekhaak bij My Wheels gereserveerd, zodoende konden we dankbaar gebruik maken van de trailer. De trailer maakte dat we heel veel opties hadden om uit te kiezen, want we konden genoeg boten meenemen. Uiteindelijk zijn Danique en Vincent samen in een boot gestapt, Paula, Joost en Sophie zijn alle drie solo gaan varen.
De Veerman, Heukelum
Eenmaal de boten geladen zijn we op pad gegaan naar Heukelum. Daar kan je op de Lingewal mooi de auto en trailer parkeren. Jean Paul en Elisabeth kwamen op hetzelfde tijdstip aangevaren en hebben ons geholpen met de boten naar het water te brengen.
En zo begon onze officiële open kano tocht vanuit Heukelum, in het zonnetje, met de wind in de haren, de zingende vogels, de zoete bloesemgeur kwam ons tegemoet. Het was vergeleken met de Rotte best rustig. Zo af en toe roeiers, hier en daar een motorbootje, het voelde als of we de Linge voor onszelf hadden. Voor onszelf met een heleboel eieren dan wel, want op een zeker punt zagen we zo veel eieren drijven dat sommige even dachten dat iemand heel veel golf ballen het water in had geslagen.
Lingebrug
Als je richting Leerdam vaart, vaar je onder de Lingebrug door, die bijzonder poëtisch is. Op iedere pijler staat een gedicht geschreven van Hestia Peek, een dichteres (ze is 39 jaar jong gestorven). Het is niet moeilijk in te voelen dat Hestia (naast dichteres ook kanoër) van het water hield.
We voeren verder richting Leerdam en zijn via de zij armen Leerdam door gevaren. Iets verder kom je dan weer terug de Linge in. Genietend van de boomgaarden, de natuurgebieden zijn we verder de rivier op gevaren en op zoek gegaan naar een plek om te lunchen. We waren al gewaarschuwd van tevoren dat het lastig kan zijn om ergens een plek aan de kade te vinden. Gelukkig hadden we Jean Paul mee, die vrienden maakte met een van de bewoners en hierdoor konden we even uitvouwen, wat eten, op een mooi stuk stijger aan het uiteinde van een lange tuin.
Terwijl we aten (diverse broodjes, koekjes en de lokale krakelingen!), bewonderden we een roofvogel die duidelijk zijn zinnen op de piepjonge felgele dobberende ganzenkuikens had gericht. We hadden graag een vogelkenner in ons midden gehad; was het een buizerd of toch een kiekendief? ⊠We aanschouwden het spektakel, maar we wisten het niet.
Na de lunch werd toch nog even op een weer app gekeken, en ja hoor, waar we voor gewaarschuwd waren, dreigde toch echt te gebeuren; een grote deken van wolken dreef vanuit BelgiĂ« Nederland in met hier en daar dreigende onweersbuien. We trokken gauw onze regenkleding aan, Jean Paul bedankte de eigenaar van de tuin en we gingen weer de rivier af op naar Heukelum. We waren het met zân allen erover eens dat varen in de regen echt wel wat heeft, de rust op het water, het geluid van de druppels op je regenjas de jonge kalfjes langs de water kant die met ons mee renden, en de vogels die zich nergens wat van aantrekken. Aangekomen bij Heukelum hebben we nog een wandelingetje het dorp in gemaakt wat we eenieder kunnen aanraden en bij De Zwaan hebben we koffiegedronken met een stukje appeltaart. Jean Paul en Sophie hebben nog aan hun dart gooi techniek gewerkt. En zo hebben we een veelzijdige tocht afgerond.
Molenkade in Heukelum
Ben je door dit verslag geĂŻnteresseerd geraakt in het varen in de open kano? Meld je dan aan voor onze openkano-cursus, door een mail te sturen naar instructie@kanoclubrotterdam.nl. Je leert dan de belangrijkste technieken op 3 woensdagavonden, de eerste op 10 meiaanstaande.
Tekst: Harm Foto’s: Marianne en Mike Deelnemers: Erik H., Froukje, Hanneke, Harm, Ilja, Marianne, Mike, Nena, Tom
Op zaterdagochtend 16 april 2023 vertrokken negen KCR-ers met de volle kanotrailer naar Kanovereniging Meander in Baarn. Preciezer gezegd: het leuke houten clubhuis van KV Meander staat in het dorpje Eembrugge op het Ocrieteiland.
Ocriet blijkt een kunststeen te zijn; met het polijsten/schuren van een mengsel van steenkorrels en cement (later met hars) werden, door de firma Bruynzeel, vanaf 1939 aanrechtbladen en lavetten gemaakt; hiervoor stond er een fabriek op dit eilandje en vandaar dat het eilandje de officiĂ«le naam âOcrieteilandâ heeft. De industrie op het eilandje is inmiddels uitgedoofd en de natuur heeft het overgenomen; kortom een mooie groene plek voor KV Meander.
Vijf enthousiaste leden van KV Meander stonden ons op te wachten met koffie; kano inpakken en we gingen peddelen op het slingerende riviertje de Eem.
In alle namen hier zit het woord âEemâ; we peddelden op de Eem langs de Eemdijk, van Eembrugge langs het dorp Eemdijk naar het Eemmeer en keken daar op de Eemmeerdijk. We gingen overigens naar Spakenburg.
Voor we in Spakenburg aankwamen moest er wel flink gewerkt worden. Er stond een noordoostelijke windkracht 4 en het was een graad of 12. De Eem ligt noord-zuid en op het Eemmeer voeren we naar het oosten met golf-opbouw vanuit het noorden; kortom best woelig water met niet te hoge golven en met flinke tegenwind.
Beetje info uitwisselen over kanoâs, methode van lesgeven etc. met de leden van Meander en na 10 km landen we op het strandje van Spakenburg. De historische haven van Spakenburg ligt vol met recreatieve boten zodat kanoâs beter op het strandje kunnen blijven. Er liggen veel historische houten vrachtbootjes (geschat op 8 m lang en 3 m breed) waar veel aan gerestaureerd is/wordt; veel houten masten leken recent vernieuwd (waarschijnlijk n.a.v. de gebroken masten op de bruine vloot in de afgelopen jaren) en er ligt een oud werfje met 3 hellingen die nog in gebruik zijn. Er was markt; onze begeleiders lieten ons de haven zien en we landen bij een viswinkel om verse kibbeling of een broodje vis te kopen; lekker!
Terug op het strandje waren de âbootoppassersâ Tom en Mike inmiddels wel voldoende uitgewaaid en afgekoeld door de stevige, koude wind; ze âbewogenâ nog wel. De wind was inmiddels wat gedraaid naar het noordwesten en beetje toegenomen zodat we op het Eemmeer opnieuw flink moesten werken om terug te varen; naast de chillfactor konden we oefenen met tegenwind en flink klotsend water; iedereen kon de situatie goed de baas.
Na opnieuw 10 km peddelen waren we terug bij Meander; daar zorgde Marianne voor soep zodat we opgewarmd de terugreis aanvaardden.
Met dank aan de organisatie; leuk om een tocht te varen met een andere kanovereniging; zo wordt voorzien in mooie vaarroutes, lokale kennis, aanspraak, parkeerplek etc.
Text: Harm Photos: Marianne and Mike Participants: Erik H., Froukje, Hanneke, Harm, Ilja, Marianne, Mike, Nena, Tom
On Saturday morning on april 16 2023, nine members of KCR left with the full canoe trailer for Kanovereniging Meander in Baarn. More precisely: the nice wooden clubhouse of KV Meander is located in the village of Eembrugge on the Ocrieteiland.
Ocrite turns out to be an artificial stone; by polishing/sanding a mixture of stone granules and cement (later with resin), the Bruynzeel company made countertops and lavettes from 1939. Before this there was a factory on this island and that is why the island has the official name ‘Ocriet Island’. The industry on the island has now died out and nature has taken over; in short, a nice green place for KV Meander.
Five enthusiastic members of KV Meander were waiting for us with coffee. We packed up our kayaks and went paddling on the meandering river Eem.
In all the names here is the word “Eem”; we paddled on the Eem along the Eemdijk, from Eembrugge past the village of Eemdijk to the Eemmeer and looked at the Eemmeerdijk there. By the way, we went to Spakenburg.
Before arriving in Spakenburg we had to work hard. There was a northeasterly wind force 4 and it was about 12°C. The Eem lies on the north-south axis and on the Eemmeer we sailed to the east with wave build-up from the north; in short, quite choppy water with not too high waves and with a strong headwind.
We exchanged information about canoes, method of teaching, etc. with the members of Meander and after 10 km we land on the beach of Spakenburg. The historic harbour of Spakenburg is full of recreational boats so that kayaks can better stay on the beach. There are many historic wooden cargo boats (estimated at 8 m long and 3 m wide) that have been or are being restored; many wooden masts seemed recently renewed (probably due to the broken masts on the brown fleet in recent years) and there is an old wharf with 3 slipways still in use. There was a market. Our guides showed us around the harbor and we landed at a fish shop for fresh kibbeling or a fish sandwich. Yummy!
Back on the beach, the ‘boat keepers’ Tom and Mike had been sufficiently blown about and cooled down by the strong, cold wind; but were still mobile. The wind had now turned a bit to the northwest and increased a bit so that we had to work hard again on the Eemmeer to paddle back. In addition to the chill factor, we were able to practice with a headwind and a lot of sloshing water. Everyone handled the situation well.
After another 10 km of paddling we were back at Meander; there Marianne provided soup so that we warmed up and returned home.
Thanks to the organization; nice to paddle a trip with another canoe club; we were provided with beautiful paddling routes, local knowledge, the chance to talk with other people, parking space, etc.
Na de laatste WinterMaastocht werden we door onze kajakvrienden van De Trekvogels in Haarlem uitgenodigd om deel te nemen aan hun seizoensopening en er een weekend van te maken door op zondag een tochtje aan te plakken, op zee of op de grotere wateren landinwaarts.
Zaterdag stapte we bij het hostel waar we zouden verblijven om vervolgens de 1,5 km naar het Trekvogels clubhuis te peddelen. Hier gingen de Haarlemmers het water op en een groep van zo’n 25 peddelaars – allemaal enthousiast ondanks het grijze en miezerige weer – vertrok in zuidelijke richting. We peddelden richting het historische hart van Haarlem, afslaand naar het westen bij de indrukwekkende Molen De Adriaan, waar met serieuze moeite een foto werd gemaakt. 25 kajakkers in de rij krijgen voor een foto is als katten hoeden!
Toen we verder gingen, zagen we aan onze linkerhand de kenmerkende St. Bavokerk, de torenspits boven de skyline uitstekend. Het deed me denken aan een van mijn favoriete schilderijen, “Gezicht op Haarlem met bleekvelden” van Jacob van Ruisdael.
Vandaar gingen we naar het westen richting het groen en stopten bij het Brouwerskolkje. Het was vanaf de 17e eeuw een waterwingebied, bekend om het daar opwellende schone duinwater dat werd gebruikt door de bierbrouwerijen in Haarlem. Hier werden de appeltaart en slagroom naar behoren uit de kajaks gehaald en werd de lente gevierd.
Hierna peddelde het merendeel terug naar de club, terwijl onze Haarlemse gastpersonen de Rotterdamse trekkers op een andere route verder naar het zuiden namen, door Aerdenhout en langs Heemstede, waar we lunchten met heerlijke soep, broodjes en mini chocolade paaseitjes.
Hier volgde een lange peddel, zuidwaarts naar Bennebroek en dan oostwaarts gevolgd door noordwaarts over de Ringvaart via Cruquius terug naar Haarlem. We stopten even bij de Schouwbroekerplas â vooral om de paaseieren op te eten â voordat we weer verder gingen langs enkele indrukwekkende huizen langs het Spaarne, plus wat kinderen van KR&ZV Het Spaarne die leerden roeien. We slingeren terug naar het centrum van Haarlem, onder de Melkbrug door, een ongelijkarmige draaibrug over het Binnenspaarne in Haarlem uit 1887.
Terug bij de club vertrokken we van onze gastpersonen en haastte ons terug naar het hostel voor een douche en diner. Het dinerbuffet was redelijk goed voor een hostel, hoewel we ons door een kudde Britse en Belgische schoolkinderen moesten vechten om er te komen. We hadden allemaal wat tijd voordat sommige mensen de hele nacht gingen slapen, terwijl anderen lagen te luisteren naar het gesnurk, geratel van stapelbedden en de enige telefoon die niet op stil was gezet.
Op zondag hadden we een goed ontbijt voordat we weer vertrokken van het hostel naar de club. Hier werden we nog een keer begroet door onze gastpersonen, voordat we vertrokken tegen de wind van 5 Bft – ook al was het geen 5 Bft het voelde zo aan, en nogal fris ook. De zon begon na een tijdje te schijnen terwijl we naar het noorden peddelden over het Spaarne, dan links bij Fort bezuiden Spaarndam, een bunker van de Stelling van Amsterdam (UNESCO erfgoed), gebouwd in 1882-1903. Interessant genoeg herbergt het de kanoclub Spaarndam en een kinderopvang. Na een zeer korte overbrenging vochten we verder naar het noorden, elk meestal in hun eigen gedachten verzonken, terwijl we genoten van de confrontatie met de wind.
Terug peddelen was relaxed: de wind aan onze kant, een stop bij Fort bezuiden Spaarndam voor koffie en appeltaart; de laatste kilometers (van de 20) werden met gemak afgelegd.
Nadat we onze gastpersonen bij het Trekvogels-clubhuis hadden bedankt en hadden verzekerd dat we elkaar weer zouden ontmoeten, maakten we het laatste water naar het hostel en droge kleren af, voordat we naar huis gingen.
Haarlem is een prachtige stad met vriendelijke en gastvrije kano-/kajakmensen. We hadden het geluk ze samen te zien, en â in ieder geval op zondag â bij mooi weer. Veel dank aan de organisatoren!
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Haarlem Weekend (1-2 april 2023)
Text: Mike
Photos: Vera, Jan-Willem
After the last WinterMaas trip we were invited by our kayak friends from The Trekvogels in Haarlem to participate in their opening of the season, and make a weekend of it by tagging a trip on on Sunday, either on the sea or on the larger waters inland.
We arose early on Saturday to be able to drop our stuff at the hostel where we were to stay, change into our paddling outfit and paddle the 1,5 km to the Trekvogels clubhouse. Here the Haarlem folks took to the water and a group of about 25 paddlers – all keen despite the weather, which was grey and drizzly â set off in a southerly direction. We paddled towards the historic heart of Haarlem, turning west at the impressive Molen De Adriaan, where with serious effort a photo was taken. Getting 25 kayakers in line for a photo is like herding cats!
Going further we saw the landmark St Bavo Church on our left hand side, the spire reaching above the skyline, reminding me of one of my favourite paintings, âGezicht op Haarlem met bleekveldenâ by Jacob van Ruisdael.
From there we headed out west towards the greenery and stopped at the Brouwerskolkje. From the 17th century the clean dune water welling up there was used by the beer breweries in Haarlem. Here the apple pie and cream were duly extracted from the kayaks and the celebration of spring continued.
After this the majority paddled back to the club, while our Harlem hosts took the Rotterdam rascals (good names for baseball teams!) on a different route further south, through Aerdenhout and past Heemstede, where we had lunch of delicious soup, bread rolls and mini chocolate easter eggs.
I must reflect on an incident in Heemstede, where we turned into a side water to portage across to the Ringvaart. At the end was a patch of grass just wide enough for one kayaker to exit at a time. But this was occupied by a motorboat, and about 5 or 6 people trying to extricate the boat from the clutches of gravity and the water. This was taking some time, and while we waited a man came up to the edge and announced that we were not actually allowed to paddle there as it was privately owned water. Here a discussion slowly mounted into an argument with a few kayakers, as to why there was no sign, and how did we know he was who he said he was, etc. Either he was being reasonable and the kayakers were pugnacious, or the other way around, or maybe both, I no longer have any active recollection of the incident. Anyway we left them all with the floundering craft and paddled the extra 5 km or so to get around the portage, making the total distance 32 km for the day.
Here followed a long paddle south to Bennebroek and then eastwards followed by northwards on the Ringvaart via Cruquius back to Haarlem. We stopped for a short break at the Schouwbroekerplas â mainly to try and finish the easter eggs â before heading off again past some impressive houses along the Spaarne, plus some kids at KR&ZV Het Spaarne learning to row. We wound back into the centre of Haarlem, passing under the Melkbrug, an eccentrically-armed swing bridge over the Binnen Spaarne in Haarlem, dating from 1887.
Back at the club we to leave of our hosts and sped back to the hostel for a shower and dinner. The buffet dinner was pretty good for an hostel, although we had to fight through a herd of British and Belgian school kids to get to it. We each had some own time before some people went to sleep all night, while others lay listened to the snoring, rattling of beds parts and the one telephone that hadnât been switched to silent.
On Sunday we had a good breakfast before setting off from the hostel to the club once more. Here we were greeted by our hosts once more, before setting off into the 5 Bft wind â even if it wasnât 5 Bft it felt like it, and rather chilly too. The sun started shining after a while as we paddled north up the Spaarne, before heading off at Fort bezuiden Spaarndam, a bunker of the UNESCO-listed Stelling (defence line) of Amsterdam, constructed in 1882-1903. Interestingly enough it houses the Canoe Club Spaarndam and a child care centre. After a very short portage we battled further north, each lost in their own thoughts most of the time, as we relished the face-off with the wind.
Paddling back was relaxed: the wind on our side, a stop at Fort bezuiden Spaarndam for coffee and apple pie; the last few kilometres (of the 20) were covered in ease.
After thanking our hosts at the Trekvogels clubhouse and assuring that weâd meet again, we covered the last water to the hostel and dry clothes before heading home.
Haarlem is a beautiful city with friendly and hospitable canoe/kayak folk. We were fortunate to be able see them together, and â at least on Sunday â in beautiful weather. Much thanks to the organisers!