Vorig jaar is de basis voor een traditie gelegd met de eerste midweek trip op en rond het Snekermeer in Friesland. Ook dit jaar streken we weer neer op de boerderijcamping aan de Terkaplesterpoelen in Terherne. Terherne dweept met het verhaal dat de Kameleon jongensboeken daar zouden spelen. Zoals dat gaat melken ze dat commerciƫel uit. Mike had de organisatie, planning en vervoersplan in handen. Een complexe klus.
De maandag streken de deelnemers vanuit diverse richtingen neer op de camping. Gedurende de midweek was het een mooie nazomer, met blauwe lucht, een licht briesje en stekende zon.
Maandagmiddag eerst een rondje Snekermeer om er in te komen. Turbulent water in de sluis van het Margrietkanaal achter een groot binnenvaartschip dat even de motor opentrok. Op de Goingarijpster poelen trok het wedstrijd skutsje van Franeker zijn zeilen op.
Dinsdag klok 10 was het palaver om te besluiten wat we die dag zouden varen.Het werd Joure.Lunch achter het museum van de Douwe Egbers koffiebranderij. De keerkom van Joure zag er niet zo uitnodigend uit om een terras te gaan zoeken, dus gekeerd, en teruggevaren over de Langweerder wielen.
Arjan en Onno hadden voor woensdag een vaarplan gemaakt, hetgeen besproken werd op het palaver van woensdag. Noordwaarts via Akkrum naar Grou. Grou heeft niet zulke goede uitstapgelegenheden voor kanoās. De boodschappensteiger van de Jumbo voldeed nog het best. Gelijk daar ook maar lunch en boodschappen gedaan. Vanuit Grou over het Pikmeer weer terug naar Akkrum. Bij de brug daar was het even een klotsbak, maar we konden het rechtop houden. En door naar het basiskamp.
Op het palaver van donderdag viel het besluit naar Sneek te gaan, naar de ijssalon bij de Waterpoort. Heen via Uitwellingerga en Oppenhuizen. Achter de Waterpoort heb je een prettige kano uitstapgelegenheid. Het ijs smaakte heerlijk. Verder via de stadsgracht naar de Houkesloot. Daar is vrij veel verkeer van kruisertjes die daar ook wat harder mogen varen. Dat gaf knobbelig water. Aan het einde van de Houkesloot kom je bij het starteiland van het Snekermeer. De wind was inmiddels aangetrokken, maar met de kop in de wind waren de golven te overkomen om in een rechte lijn naar de Herenzijlbrug te varen, richting boerderijcamping.
ās Avonds op het pizza terras aan de Buorren werden we opgenomen in het feestgewoel van het dorpsfeest, met een allegorische optocht, een kop van jut en boegspriet lopen.
Het palaver van vrijdag besloot een kort tochtje. Eerst een doorvaart door Terherne. Blijkt dat de afgelopen 30 jaar het hart uit Terherne is weggegraven. Een doolhof aan insteekhaventjes, met riante vakantiehuizen en allemaal een boot voor de wal. Wat is Nederland rijk als je dat ziet. Daarna het Margrietkanaal oversteken en via een zelf te bedienen sluisje kom je in de Wieren polder. De marrekriten aanlegplaats bleek helaas wat minder riant om uitgebreid te lunchen. Wel visjes die meelunchten. Omdat het een kort tochtje moest worden, en vanwege onzekerheid over de bevaarbaarheid van de rest van de route, zijn we in de polder dezelfde route teruggevaren. Het sluisje liet zich vlot bedienen, de uitstapgelegenheid voor terrasbezoek in de Zandsloot van Terherne was niet aantrekkelijk, dus waren we overeenkomstig plan om twee uur weer op de camping.
Vervolgens inpakken en ieder ging zijns weegs. Met ruim 100 km achter de peddel. Mike ging de kostenverdeelstaat uitrekenen. Het verslag bij deze. Tekst Gerrit, foto’s Mike, tracks Arjan. Volgend jaar verder. Mike, Iede, Arjan, Onno, Gerrit.
Op 5 augustus hebben Alexandra en Jaap samen met Marco van Noort (Bollenboys Surfski) meegedaan aan de Amager Rundt 2023. Dat is een prestatietocht/race rond het eiland waar Kopenhagen deels op ligt. Het evenement is even laagdrempelig als bijvoorbeeld een avondmarathon. De meeste deelnemers varen in een zeekajak maar bootkeuze is vrij. Dit jaar waren er ook deelnemers in een K1, in toer K2ās, op surfskiās en op SUPās! Er waren zoān 50 vaarders verdeeld over 3 starts: om 7, om 8 en om 10 uur afhankelijk van verwachte vaartijd. Het viel eerlijk gezegd niet mee, niet zozeer door de afstand van 46 km maar doordat een vlakwatervaarstijl niet erg effectief bleek op dat water en we daar wat laat achter kwamen. Een deel van het parcours loopt door Kopenhagen, dat is weinig geinig al was dat dit jaar stroom tegen. Halverwege is er bij een eilandje een verplichte pauze en daarna echt de zee op. Uitslagen en meer fotoās voor een uitgebreidere indruk zijn te vinden op de site van Amager Rundt. Een leuke tocht die zeker ook binnen het bereik van andere KCR-ers ligt. De organisatie is informeel en verwelkomt deelname vanuit het buitenland. Ook goed aan te rijden, wij vertrokken donderdagochtend en waren zondagavond weer terug. De race zelf was op zaterdag. Aanrader!
De Kanoclub Rotterdam heeft een lange traditie in het deelnemen aan de Pallietertochten in Lier (B). Op de club hangt een kast vol met Pallieteralia. Mijn vorige Pallietertocht was meer dan 20 geleden. Het werd weer eens tijd om op Pallietervaart te gaan.
Traditioneel worden twee tochten gevaren rondom Lier. In ieder geval op een van de Nete’s. Dit jaar ook op de Rupel. Dit zijn getijdenriviertjes die in verbinding met de Schelde staan. En ze kunnen geducht stromen.
Zaterdag een tocht van zo’n 24 km met opkomend tij vanaf Niel op de Rupel en op de Nete. Je kon je kano op een grote trailer leggen en zelf in de bus stappen naar het beginpunt. De Rupel is bekend van zijn klei en bakstenen. Daarvan resten alleen nog een aantal schoorstenen van vergane steenfabrieken. De Rupel en de Nete stromen binnen hoge dijken die deels zijn begroeid met springbalsemien. Op een aantal plaatsen zijn lange stalen trappen op de oevers gelegd om met de kano in en uit te kunnen stappen.
Zaterdagavond het traditionele feest in het clubhuis. De mosselen waren vervangen door pizza’s. En weer een live orkest, dat zich inspande het publiek in beweging te krijgen met de lichtjes van de schelde.
Kamperen kon je nog steeds op het terrein van het Koninklijk Technisch Atheneum in Lier, en oudgediende Mary-Lou kwam de laatste wederwaardigheden nog even vertellen.
Zondag een tochtje rond het stadje. Eerst een afvaart van de Nete. Een echte afvaart met stroming in de buitenbochten en keerwaters in de binnenbochten. Dan met zijn allen versassen in de sas van Duffel, waar je een paar meter werd opgetild naar het Netekanaal. Na een aantal kilometers varen konden we terrassen bij de andere kanoclub van Lier. En daarna nog even doorvaren en weer overdragen vanuit het kanaal naar de Nete, waar je met nog steeds afstromend water weer terug kon varen naar de eerste kanoclub van Lier.
Op de terugweg waren er de traditionele Belgische omleidingen, maar daar zijn we wel weer uitgekomen.
Ella, Jaap, Mary, Gerrit.
Versassen in de sluis van DuffelTussenstop op het Netekanaal
Het werd weer eens tijd voor een buitenlandse kajak- en kampeervakantie, dus reserveerden Ilja, Harm, Iede, Bert, Mike, Erik en Marianne eind juli ā23 een week de tijd om in Denemarken te gaan varen.
Wij zochten de zee op, ten zuiden van het eiland Fyn, waar een kleine archipel ligt, die ook wel de Deense Riviera wordt genoemd. Een bekend gebied, heerlijk om vakantie te houden, want het is dun bevolkt, er zijn legio eenvoudige kampeermogelijkheden en met kajakkers wordt overal rekening gehouden. Al is het maar omdat de helft van de inwoners zelf ook regelmatig in een zeekajak of surfski stapt.
Het weer is natuurlijk een bepalende factor. Niet al te veel regen zou fijn zijn en wel wat wind, maar toch niet meer dan 5Bft. De weersvoorspellingen waren anders, schrikbarend zelfs. In heel Noord-Europa zou het fors gaan waaien, met Denemarken als punt waar de storm omheen cirkelt en dus op zijn hevigst is. Omdat een voorspelling voor over een week per definitie onbetrouwbaar is, gingen we toch. En viel het mee, zolang we de tochten erop aanpasten, in afstand, beschutting en dus in vaarrichting.
De trektocht startte en eindigde op camping Syltemae, waarvan de eigenaar zelf ook een enthousiast kajakker is. Alle kampeerspullen gingen mee in de boten, maar Denemarken kent gewoon winkels en kroegen, dus we hoefden niet voor zeven dagen eten mee te nemen. Hoeft niet, kan wel, bleek uit sommige zeer goed gevulde kajaks.
De groep was gemĆŖleerd, in kracht en ervaring, maar gezamenlijk hadden we voldoende in onze mars om hier veilig te varen en te genieten van de golven. Die stonden er genoeg, soms als kleine rimpelingen, maar vaak ook stevige bogen, die af en toe braken. Dat was dus hard werken of soepel surfen, net wat onze route met zich meebracht. Het was nooit saai, eigenlijk hadden we de perfecte omstandigheden. Of, zoals we geleerd hadden van Berts dochter: het was altijd weer de mooiste dag van ons leven!
Met slepen en reddingsoefeningen werd er ook nog wat getraind. Mike en Iede rollen dan wel het best, maar Ilja is de onbetwiste kampioen volhouden.
Aanspraak hadden we snel: op de kant met nieuwsgierige zeilers, op het water met andere kajakkers. Waar kom je vandaan? Waar ga je naartoe? Zo kregen we van locals tips over extra mooie kampeerplekjes, de beste uitstapplek of een goed moment om de enige engte met stroom, ten zuiden van Svendborg, in ons voordeel te laten werken.
Meer tijd? Dan kwam er een lekker Deens biertje bij en werd de wereldproblematiek na verloop van tijd eenvoudig opgelost.
De gekste uitnodiging kwam van een grote groep zeilers die samen met hun kinderen de regatta voeren met ouderwetse kleine boten, voorzien van vierkante, bruine zeilen: om 10 uur was er ochtendgymnastiek in de haven. En we hebben ons best gedaan, tussen een kleine honderd anderen, op de kade!
Met vijf kleine tentjes konden we overal goed terecht. In havens was vaak een grasveld, een toiletgebouw en soms een mooie schuilplaats annex kookgelegenheid, waardoor de regen nooit al te vervelend werd. Dat die schuilplaats een prima feestlocatie voor de plaatselijke jeugd was, dat hadden we kunnen bedenken. Nou ja, ook gezellig. Uit hun stoere verhalen tegen Iede was op te maken, dat zij vandaag de beste avond van hun leven gingen meemaken. De havenmeester wekte ons ās ochtends nogal gepikeerd, maar zag al snel dat deze grijze koppen niet het puberfeest hadden gehouden waar de resten nog van waren achtergebleven.
De dorpjes in de archipel zijn meestal eeuwenoud, goed onderhouden en nodigen uit om rond te slenteren, de kerk te bezichtigen, te genieten van koffie en āwoffelsā.
Svendborg komt dan al snel over als metropool, met een toeristisch centrum en prima terrasjes. In de haven even extra goed letten op de veerboten en overig verkeer.
Mike experimenteerde met zijn waterdichte camera en maakte de mooiste fotoās van onze boten, van de groep, maar vooral van het leven onder de waterspiegel. Jammer dat die ene zeehond die we gespot hadden, zo snel uit zicht was. Schreeuwende en duikende sterntjes, oeverzwaluwen, eidereenden, zaagbekken, ze staan in ons geheugen als onze tochtgenoten.
De week was echt vakantie, een goede oefening in temporiseren, niet te snel willen inpakken en vertrekken, want een groep heeft tijd nodig. Voor mij betekent dat ook dat er tijd genoeg over moet blijven om te lezen en dus was ik blij met de lange avonduren. Alle drie waren ze het beste vakantieboek van mijn levenā¦
Tekst: Marianne Fotoās: Mike
The Danish Riviera
It was time for another kayaking and camping holiday abroad, so Ilja, Harm, Iede, Bert, Mike, Erik and Marianne reserved a week at the end of July ’23 to go paddling in Denmark.
We went out to sea, south of the island of Fyn, where there is a small archipelago, also called the Danish Riviera. A well-known area, great for a holiday, because it is sparsely populated, there are many simple camping options and kayakers are taken into account everywhere. If only because half of the inhabitants also regularly get into a sea kayak or surf ski.
The weather is of course a determining factor. Not too much rain would be nice and some wind, but not more than 5Bft. The weather forecasts were different, frightening even. The wind would be strong throughout Northern Europe, with Denmark as the point around which the storm circles and is therefore at its strongest. Because a forecast for a week ahead is by definition unreliable, we went anyway. And it was not too bad, as long as we adjusted the trips to it, in distance, shelter and therefore in paddling direction.
The trek started and ended at camping Syltemae, the owner of which is also an enthusiastic kayaker. All camping gear went with us in the boats, but Denmark has shops and pubs, so we didn’t have to bring food for seven days. You don’t have to, you can, as evidenced by some very well-stocked kayaks.
The group was mixed, in strength and experience, but together we had enough in our march to sail here safely and enjoy the waves. There were plenty of them, sometimes as small ripples, but often also solid arches, which occasionally broke. So that was hard work or smooth surfing, just what our route entailed. It was never boring, actually we had the perfect conditions. Or, as we learned from Bert’s daughter: it was always the best day of our lives!
Every day someone took on the task of tour leader, sometimes against will and thanks, and the effect was there: there has not been such disciplined paddling for a long time. The more restless the water, the more important it is that one person makes the decisions. The rest thought along, in advance and on the water, but there is no time for discussion in the middle of the sea. Afterwards, all the more⦠I’ve had enough evaluation for the time being. There was also some training with towing and rescue exercises. Mike and Iede may roll the best, but Ilja is the undisputed champion of perseverance.
We quickly had connection: on the shore with curious sailors, on the water with other kayakers. Where do you come from? Where are you going? For example, we received tips from locals about extra beautiful camping spots, the best place to get out or a good time to make the only strait with current, south of Svendborg, work to our advantage. More time? Then a nice Danish beer was downed and the world’s problems were easily solved over time. The craziest invitation came from a large group of sailors who sailed a regatta with their children in old-fashioned small boats with square brown sails: at 10 o’clock there was morning gymnastics in the harbor. And we did our best, among a hundred others, on the quay!
With five small tents we were able to go everywhere. In harbors there was often a lawn, a toilet block and sometimes a nice shelter annex cooking facility, so that the rain never became too annoying. We could have imagined that the shelter was a great party location for the local youth. Well, also fun. From their tough stories to Iede it could be concluded that today they were going to experience the best evening of their lives. The harbor master woke us up in the morning, but soon saw that these gray heads had not had the puberty party of which the remains were still scattered around.
The villages in the archipelago are usually centuries old, well maintained and invite you to stroll around, visit the church, enjoy coffee and ‘woffels’. Svendborg quickly comes across as a metropolis, with a tourist center and excellent terraces. In the harbor pay extra attention to the ferries and other traffic.
Mike experimented with his waterproof camera and took the most beautiful pictures of our boats, of the group, but especially of life below the water surface. Too bad that one seal we spotted was out of sight so quickly. Screaming and diving terns, sand martins, eiders, mergansers, they are in our memory as our companions.
The week was a real holiday, a good exercise in timing, not wanting to pack and leave too quickly, because a group needs time. For me that also means that there should be enough time left to read and so I was happy with the long evening hours. All three were the best holiday book of my lifeā¦
ZoutkampĀ (Gronings:Ā ZoltkampĀ ofĀ Soltkamp) is eenĀ dorpĀ in de gemeenteĀ Het HogelandĀ in deĀ provincieĀ Groningen. De naam verwijst naar zijn ligging aan de voormalige LauwerszeeĀ (kamp = veld). En die ligging is ideaal om in een lang weekend verschillend water te bevaren (binnen water, groot water en de Waddenzee).
Zelf ben ik geen lid van Kano Club Rotterdam, maar van de Trekvogels uit Haarlem en met onze club was ik ook al eens in Zoutkamp geweest. Ik was ontzettend blij dat ik met clubgenoot Aad mee kon met dit kano/kampeer weekend want deze omgeving blijft toch een van mijn favorieten.
Camping āt Ol Gat is een reuzestek aan het Hunsingo-kanaal net buiten de dorpskern van Zoutkamp. Dat laatste was ook maar gelukkig want het dorp gonsde van de activiteiten: vlaggetjesdag, kermis, muziek en vuurwerk, dit alles nu op veilige afstand.
Zaterdag zijn we via de Zoutkamperril naar het Lauwersmeer gevaren. Voor een mooie dag was het opvallend stil vond ik want zowel het Lauwersmeer als de Zoutkamperril is erg populair bij de recreatievaart. Het Zoutkamperril (en Lauwersmeer) markeert de grens tussen de provincie Groningen en Friesland en in beide provincies gaan we vandaag aan land.
Het Zoutkamperril kronkelt door het landschap met wuivend riet aan beide kanten en volop vee aan de Friese zijde. Op een erg warme dagen lopen de koeien in het water en waan je je in een oud schilderij. Maar vandaag verschuilen ze zich een beetje en op de terugweg was het wind technisch ook nog beter aan de andere kant te varen.
Aangekomen op het Lauwersmeer lonkt de gedachte aan een kopje koffie en varen we naar Oostmahorn. Dit dorp is geheel nieuw, maar gebouwd in oude stijl.Ā En het mag er zijn, evenals de koffie overigens. We zijn er niet achter gekomen waarom de oranjekoek roze is, maar dat mocht de pret niet drukken. We steken het Lauwersmeer over en varen langs de oostelijke oever verder. Veel van de gebieden zijn tegenwoordig beschermd en afgebakend met gele boeien, jammer want ook de eilanden zijn interessant. Voor de lunch meren we aan bij een van de kleine inhammetjes speciaal hiervoor bestemd.
Was er eerder nagenoeg geen wind (we passeerden de zeilboten moeiteloos), trekt deze nu wat aan en moeten we er wat harder voor werken om thuis te komen. Maar wat een heerlijk dagje varen was dit. We hebben gereserveerd in het plaatselijke pizza-restaurant en genieten van het fijne gezelschap (Marianne, Erik, Ilja en Harm, Gertjan, Iede, Aad en ik).
De wind- & weersvoorspellingen kunnen niet beter zijn om zondag het Wad op te gaan dus wordt er aan het rekenen geslagen. We willen vanaf Lauwersoog naar de Engelsmanplaat en dan moet je rekening houden met het tij, stroming en de wind.
Genoeg expertise in de groep en gezamenlijk wordt het plan concreet: Wind: 8 tot 11 uur 3Bft, 11 tot 17 uur 4 Bft Hoogwater Delfzijl 6.40 ochtend
wegrijden camping 8.30
wegvaren haven Lauwersoog 9.40
aankomen op Engelsmanplaat 11.40
Vertrek 12.10
Aankomst haven Lauwersoog 14.10
We zullen de boeienlijn naar de Engelsmanplaat volgen. Het wordt voor Gertjan de eerste keer dat hij op het Wad vaart, altijd spannend!
Zo gezegd, zo gedaan.
Marianne is tochtleidster en voordat we te water gaan wordt er nog een keer het plan en de afspraken besproken. Erg belangrijk als je op zee gaat varen om als groep bij elkaar te blijven. Mocht er wat gebeuren dan kunnen we elkaar helpen.
Het wordt een dagje heerlijk varen op het wad. Net genoeg golven (en wind) voor iedereen om zonder problemen de oversteek te maken. Op de Engelsmanplaat zijn we niet de enige kajak vaarders. Ook een groepje uit Groningen geniet van de gunstige weersomstandigheden. Ā Het enige wat we niet helemaal goed hadden gepland waren de parkeerplekken, we staan in een blauwe zone en daar mag je officieel maar 2 uur staan. Met een beetje vals spelen (parkeerkaarten later zetten) en veel geluk komen we er zonder parkeerboetes af.
Over een kop koffie besluiten we gezamenlijk op de camping te koken. Leuk om te zien hoe ieder spontaan zijn of haar bijdrage levert en de rollen (wie kookt wat) zich als vanzelf voegen. Er moeten nog een paar boodschappen gekocht worden, dus rijden we langs een Jumbo die wel op deze Pinksterzondag open is. Aangekomen op de camping eerst maar eens het Hunsingo-kanaal inspringen. Je moet even doorkomen, maar echt koud is het water niet meer.
De camping heeft een overkapping met 2 grote tafels (precies voor 8 personen!!) een kooktoestel en een ijskast waar we dankbaar gebruik van maken. Ik vind het altijd reuze gezellig om over het snijden van groentes en koken de dag nog eens te bespreken en de plannen voor de volgende dag vormen zich als vanzelf. Het wordt genieten van een heerlijke 3-gangen maaltijd. Om 23.00 uur is er nog vuurwerk maar mijn slaapzak ligt veel te lekker en ik luister vanuit mijn tent naar de knallen. Te horen aan het commentaar vanuit de andere tenten is het een mooi schouwspel.
Maandag alweer de laatste dag. Na een ontbijtje eerst maar eens de tenten afbreken en alles in de autoās laden. Maar om 10.00 zitten we allemaal in de boot en slaan linksaf het Hunsingo-kanaal op (in??) om een rondje via Warfhuizen en het Reitdiep te maken. Blij dat het een rondje was, dan heb je ook altijd een stuk wind mee! Ik ben een beetje allergisch voor het woord ākanaalā – dat is vast zoān lang saai recht stuk, maar gelukkig kan dat reuze meevallen, zo ook vandaag.
In Warfhuizen besluiten we onze eerste rustpauze te houden. Eigenlijk willen we het plaatselijke kerkje bezoeken, maar er wordt net een kerkdienst gehouden, jammer. We doen de deur weer zachtjes dicht en gaan lekker ergens in het gras zitten pauzeren.
Wat verderop slaan we rechtsaf het Reitdiep op. Het zijn mooie kronkelige watertjes waar het fijn varen is. Ook volop planten en kan het niet laten een valeriaanplant mee te nemen om thuis in mijn bakken te zetten. Wat later in de middag stoppen we op een camping in Erica. Heerlijk in het zonnetje wordt genoten van een eigen boterhammetje, restjes van gisteravond of een broodje kroket. Zo kunnen we het laatste stukje aangesterkt weer verder. En we moeten werken om weer in Zoutkamp te komen. Maar wel extra leuk vandaag: het is een drukte van jewelste en de vissersboten zijn omgetoverd tot kleine discovloeren. Er wordt overal gezellig gedanst.
En dan zit er niets anders op dan ons om te kleden en de kanoās op de autoās te binden. Eigenlijk wilden we in Zoutkamp nog een lekker visje eten, maar de kans dat we dat ook kregen schatten we miniem vanwege de drukte dus rijden we naar Lauwersoog. Natuurlijk is het daar ook bere-druk, maar petje af hoe alles georganiseerd is- ik heb lekker gegeten. Even laten scheiden onze wegen, om naar Haarlem te rijden is het gunstiger om over de afsluitdijk te rijden.
Bedankt Marianne, Erik, Iede, Gertjan, Ilja, Harm en Aad – ik heb een heel gezellig weekend gehad.
18 juni 2023 organiseerde Kano Club Rotterdam weer een NK K2 op de Rotte over een afstand van 20 km, tevens Rottemeren Marathon. Met een divers deelnemersveld inclusief 8 Kano Club Rotterdammers was het weer een geslaagde editie.
Winnaars:
Heren Senioren: Milan Dekker en Rik te Linde van KV de Zwetplassers in een tijd van 1:24:48
Heren Masters: Piers Siersma en Chris Hellendoom van KV Viking/KVS Skonenvaarder in een tijd van 1:36:37.
Dames Masters: Elly Onnekes en Eshter van Lohuizen van EKV Beatrix in een tijd van 1:45:09
Woensdag 14 juni organiseerde Kano Club Rotterdam weer een avondmarathon. Verschillende verenigingen organiseren een avondmarathon over 10 kilometer. Het is een laagdrempelige manier om aan een wedstrijd deel te nemen.
Met 22 deelnemers van 5 verschillende verenigingen was het weer een goed gevulde wedstrijd, met pizza’s na afloop. De uitslagen vind je hier.
Hieronder een impressie van de eerste drie minuten:
We peddelen graag naar de Marker Wadden, maar sinds de camping gesloten is, is het een puzzel om het meeste uit de reis te halen. Dit jaar hebben we besloten om op zaterdag aan de westkant te peddelen, op Flevoland te kamperen en dan op zondag aan de oostkant te peddelen.
We begonnen bij WSV De Blocq van Kuffelen (Oostvaardersdiep), waar een verbaasde maar vriendelijke havenmeester ons de voorzieningen liet gebruiken ā zoān verzoek had hij nog nooit gehad! We vertrokken naar het noordwesten, richting Marken, terwijl we het āPaard van Markenā, de informele naam voor de vuurtoren, probeerden waar te nemen, een goed navigatiepunt. De wind kwam, vrij ongebruikelijk, uit het oosten en we hadden een frisse bries en golven toen we overstaken, een aangename uitdaging. Bij de vuurtoren hadden we een late lunch en besloten toen om Volendam (i.p.v. Marken) in te gaan, aangezien we al ver in de middag waren. In Volendam landden we op een ministrand, pakten snel een visje of een ijsje, ontweken de toeristen en vertrokken naar het zuidelijke deel van onze reis. Hier hadden we dezelfde wind en golven alleen van de linkerkant, maar omdat we naar het zuidoosten peddelden was de wind meer tegenwind. Na weer een korte pauze bij de vuurtoren peddelden we verder naar de haven, voor een totale tocht van 30 km.
We overnachten op āt Oppertje, een gezellige, schaduwrijke camping aan de rand van Lelystad, om uitgerust op te staan voor de tweede dag.
~~~~~~~~~~~~~~~ Audrey:
Zondagochtend 6.30 uur gaat de wekker. Vandaag gaat het gebeuren: voor het eerst met Kano Club Rotterdam mee op groot watertocht naar de Marker Wadden! Ik fantaseer over eilandjes, zandbanken en zonnende zeehonden. Opgewonden check ik mijn tas: zonnebrand, zonnebril, zonneklep, wetsuit, waterschoenen, bidon en lunch.Ā
Jasper en ik zijn beginners. We volgen de opfrislessen bij Iede op woensdagavond. We voelen sinds kort ‘druk op de peddel’ “en daar begint het”, zegt Iede. Marianne heeft ons gekoppeld aan Otto. Op de club vullen we met elkaar zijn auto met rugzakken, peddels en vesten, boten op het dak. Op cruise control en Sky Radio is het rustig wakker worden. We rijden door strakke nieuwbouwwijken en langs Batavia Stad Fashion Outlet. āYesssā zegt Otto. āWe zijn er!ā
Het is half 11 en al 24 graden, maar de parkeerplaatsen en het strand van Lelystad zijn nog lekker leeg. Marianne, Erik, Iede en Mike staan ons op te wachten. Ze hebben er al 31 km op zitten van de dag ervoor. Iedereen kleedt zich als een kajakker. Alleen Otto en ik zien eruit als strandgangers met onze t-shirts en korte broek/rok.
Mike maakt alvast een verfrissende rol in het water, maar komt dan boven met een half houten peddel. Wat een pech! Daar is dus die reservepeddel op het achterdek voor. Maar ook die houdt het niet lang en Mike is peddelloos. Gelukkig is er nog een reservepeddel en kunnen we van start. We koersen op 210 graden. Dit heeft Marianne mooi uitgerekend met behulp van haar kaart.
Met amper wind lijkt het water op een strakgestrokken spatzeil. Ideaal voor de beginners onder ons, maar minder voor Eriks spanningsboog. Vaak tel ik zes i.p.v. zeven boten. Na wat speuren aan de horizon spotten we Erik regelmatig op 50 graden. Binnen no-time vaart hij weer tussen ons in. Soms vinden we hem bij een boei. Er wordt regelmatig in de lucht gekeken. Zouden we de witte zeearend spotten? In mijn gedachten hoor ik Iedeās woorden ātrap, trap, trapā en kijk ik naar de stand van mijn handen t.o.v. de peddel. Zit ik goed recht? Zijn mijn handen ontspannen? Draai ik mijn lichaam? Vaar ik nog recht? Soms verdwijnen de gedachten en voel je de flow. De wadden komen dichterbij. We zullen daar beslissen of we dezelfde weg terugnemen of er een rondje van maken.
We houden een stop en kunnen het eiland verkennen. Iede, Otto en Mike zitten al in de schaduw aan de boterham en zelf meegebrachte koffie. Marianne, Erik, Jasper en ik wandelen eerst rond en verbazen ons over grote margrieten, schreeuwende vogels en witte reigers. We klimmen in de Steltloper. Vanuit daar hebben we een prachtig uitzicht over het Markermeer.
We zwichten voor de achterkant van het eilandpaviljoen, koffie en appeltaart en pakken daarna pas onze brooddoos. Nog geen witte zeearend gezien. Inmiddels zijn er wel al wat meer golfjes. We hebben 7 km gevaren en moeten bij een rondje nog minstens 2x dezelfde afstand. We besluiten unaniem dat we daarvoor gaan.
Jasper: Na het verlaten van de haven komen we nog even samen voor de groepsfoto, en al snel manoeuvreren we tussen de voor anker liggende zeilbootjes naar de noordkant van de eilandengroep. Daar komt de wind, daar komen golfjes!
Onze kaart blijkt wat verouderd, maar voor een keer zijn we daar blij om. De gele boeien die er enige tijd geleden lagen om vaarders weg te houden van het nieuwe land zijn verdwenen. Het land is stabiel, en we mogen wat dichter langs de kant varen. Dat maakt het navigeren gemakkelijk, maar het blijft leuk om af en toe te checken waar we precies zijn, en wat we zullen doen eenmaal we een hoekje verder zijn. Er is een lange strook zand, oost-noord-oostwaarts, en daarna is het een redelijk duidelijk verhaal terug naar het strandje.
Voor wie een kompas op zijn boot heeft, tenminste. We varen niet op een huis of een toren af, maar op een koers. Maar welke? Twee varen hier, een paar daar, een vijfde daartussenin. Ik kies ervoor om Mike te volgen, dat voelt redelijk veilig. Maar zo tellend kom ik toch weer aan zes. Waar zit Erik? Heel in de verte zie ik wat bewegen, en eronder zowaar een streepje geel. Ondertussen word ik goed heen en weer geduwd door de golfjes, die ondanks een lage windkracht toch wat meer zijn dan ik vanuit Kralingen gewend was.
Wanneer we een vlot vormen om pauze te nemen, wat water te drinken en een appel te eten, zou ik graag mijn benen even strekken. Ik was gewaarschuwd, wist op zich ook dat dit is hoe je op groot water even pauzeert, maar wat zou het toch heerlijk zijn om even rechtop te lopen en niet te zitten.
Rechts zien we een lange lijn Markerwaddenzand, voor me een toren en links een huis, en we gaan weer verder. Na ongeveer een half uur (denk ik, wie weet?) zie ik rechts een lange lijn Markerwaddenzand, voor me een toren en links een huis en Erik (hoe komt hij daar?). Er is wat meer wind die in ons gezicht blaast en ik moet erop vertrouwen dat we vooruit bewegen. Die ervaren vaarders zullen vast wel wat zeggen als ze denken dat we achteruitgaan.
Het blijkt ook goed te gaan. Na een tijdje verdwijnt het zand, is er enkel water. De toren wordt groter. En steeds trager gaan we vooruit. Fysiek is het niet zo lastig, maar mentaal gaat de focus op doorzetten. āMeer op techniek varenā, zo klinkt het, maar dat probeer ik natuurlijk al de hele tijd.
En dan zien we de paaltjes waar we begonnen, nog een bocht om een golfbreker en dan⦠Een ongelooflijke muur van geluid. Dat lege strandje is om half vijf volgepompt met mensen. Muziek uit speakers, kinderen, honden, noem maar op. Na urenlang enkel wind, vogels en het eigen peddelen te horen is het een schok.
Bij het uitstappen voel ik me als een marsmannetje, met alle uitrusting en beschermend materiaal tussen de bijna naakte lichamen. De kinderen staren met open mond, en komen vragen of ze ook eens in de boot mogen zitten.
We dragen de kajaks naar de relatieve rust van de parkeerplaats. Omkleden weer, kajaks vastbinden, en wanneer we daarmee bezig zijn komt er een groepje jongens met een kast van een speaker. Zo een JVC van acht kilo, op de schouder. Ik wil niet denken aan hoe het strand straks zal beven en kruip snel de auto in.
Achteraf ben ik heel blij. Zowel dat ik een dag ben komen meevaren (wat een avontuur) als dat ik geen twee dagen ben komen meevaren. Daar zijn wat meer kilometers voor nodig, en wat meer techniek. Die ga ik op cursus bij Iede weer oefenen, en in de volgende lange tocht.
Marker Wadden (10-11 June 2023)
Text: Mike, Audrey & Jasper
Photos: Marianne, Audrey, Mike
Mike:
We enjoy paddling to the Marker Wadden, but since the camp site closed itās been a puzzle to get the most out of the trip. This year we decided to paddle on the west side on the Saturday, camp on Flevoland and then paddle on the east side on Sunday.
We started at WSV De Blocq van Kuffelen (Oostvaardersdiep), where a surprised but kind harbour master let us use the premises ā heād never had a request like this before! We set off to the north-west, towards Marken, trying to get a sighting on the āHorse of Markenā, the colloquial name for the lighthouse. The wind was, quite unusually, from the east, and we had a fresh breeze and waves to contend with as we crossed, a pleasant challenge. At the lighthouse we had a late lunch, then decided to head into Volendam, as we were already well into the afternoon. In Volendam we landed on a mini beach, grabbed a quick fish or ice cream, dodging the tourists, then set off for the southern leg of our trip. Here we had the same wind and waves only from the left side, but as we paddled south-easterly the wind was more of a head-wind. After a short break at the lighthouse again we set off for the harbour, for a total trip of 30 km.
We spent the night at āt Oppertje, a pleasant, shady camp site on the outskirts of Lelystad, to arise refreshed for the second day.
Audrey: Sunday morning at 6.30 am the alarm goes off. Today it will happen: for the first time with Kano Club Rotterdam on a large water trip to the Marker Wadden! I fantasize about islands, sandbanks and sunbathing seals. Excitedly I check my bag: sunscreen, sunglasses, sun visor, wetsuit, water shoes, water bottle and lunch. Jasper and I are beginners. We follow the refresher lessons at Iede on Wednesday evening. We’ve recently been feeling ‘pressure on the paddle’ “and that’s where it starts,” says Iede. Marianne linked us to Otto. At the club we fill his car together with backpacks, paddles and vests, boats on the roof. On cruise control and Sky Radio it is a quiet wake-up. We drive through new housing estates and past Batavia Stad Fashion Outlet. āYesssā says Otto. “We are here!” It is half past 11 and already 24 degrees, but the parking lot and the beach of Lelystad are still nice and empty. Marianne, Erik, Iede and Mike are waiting for us. They have already covered 31 km from the day before. Everyone dresses like a kayaker. Only Otto and I look like beachgoers in our t-shirts and shorts/skirts.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Mike already makes a refreshing roll in the water, but then surfaces with a half-wooden paddle. What a bad luck! That’s what that spare paddle on the aft deck is for. But it doesn’t last long either and Mike is paddleless. Fortunately there is still a spare paddle and we can start. We are heading at 210 degrees. Marianne has calculated this nicely with the help of her map. With hardly any wind, the water resembles a taut splash cover. Ideal for the beginners among us, but less so for Erik’s attention span. I often count six instead of seven boats. After some searching on the horizon, we regularly spot Erik at 50 degrees. In no time he sails between us again. Sometimes we find him near a buoy. The sky is regularly checked. Would we spot the white-tailed eagle? In my mind I hear Iede’s words “kick, kick, kick” and look at the position of my hands in relation to the paddle. Am I right? Are my hands relaxed? Do I turn my body? Am I still right? Sometimes the thoughts disappear and you feel the flow. The mudflats are getting closer. We will decide there whether we take the same way back or make it a circle.
We have a stop and can explore the island. Iede, Otto and Mike are already sitting in the shade with a sandwich and their own coffee. Marianne, Erik, Jasper and I first walk around and marvel at large daisies, screaming birds and white herons. We climb into the Steltloper. From there we have a beautiful view over the Markermeer.
We succumb to the back of the island pavilion, coffee and apple pie and only then grab our lunch box. Haven’t seen a white-tailed eagle yet. There are now some more waves. We have paddled 7 km and have to do at least 2x the same distance around. We unanimously decide to go for it.
Jasper: After leaving the harbour we get together for a group photo, and soon we maneuver between the anchored sailing boats to the north side of the archipelago. Here comes the wind, here come waves!
Our map appears to be a bit outdated, but for once we are happy about that. The yellow buoys that were there some time ago to keep boats away from the new land have disappeared. The land is stable, and we can paddle a little closer to shore. That makes navigating easy, but it’s still nice to check where we are from time to time, and what we’ll be doing once we’re a little further. There’s a long strip of sand, east-north-east, and then it’s a fairly straight story back to the beach. For those who have a compass on their boat, at least. We are not paddling towards a house or a tower, but on a course. But which? Two paddle here, a few there, a fifth in between. I choose to follow Mike, which feels quite safe. But counting like that brings me back to six. Where is Erik? Far in the distance I see something moving, and underneath it actually a stripe of yellow. In the meantime I am being pushed back and forth by the waves, which, despite a low wind force, are a bit more than I was used to from Kralingen. When we form a raft to take a break, drink some water and eat an apple, I would like to stretch my legs. I was warned, I also knew that this is how you take a break on big water, but how wonderful it would be to walk upright and not sit. On the right we see a long line of Markerwaddenzand, in front of me a tower and on the left a house, and we continue. After about half an hour (I think, who knows?) I see a long line of Markerwaddenzand on the right, a tower in front of me and on the left a house and Erik (how did he get there?). There is a bit more wind blowing in our faces and I have to trust that we are moving forward. Those experienced paddlers will probably speak up if they think we’re going backwards.
It also appears to be going well. After a while the sand disappears, there is only water. The tower is getting bigger. And slower and slower we move forward. It’s not that difficult physically, but mentally the focus is on perseverance. āPaddling more on techniqueā, that is how it sounds, but of course I have been trying to do that all the time. And then we see the posts where we started, another turn around a breakwater and then⦠An incredible wall of sound. That empty beach is filled with people at half past five. Music from speakers, children, dogs, you name it. After hours of hearing only wind, birds and your own paddling it is a shock. When I step out I feel like a Martian, with all the gear and protective gear between the nearly naked bodies. The children stare with their mouths open, and come to ask if they can also sit in the boat. We carry the kayaks to the relative quiet of the parking lot. Change clothes again, tie up kayaks, and when we’re doing that a group of guys comes with a cabinet of a speaker. Like an eight kilo JVC, on the shoulder. I don’t want to think about how the beach will shake later and quickly crawl into the car. In retrospect I am very happy. Both that I came along for a day (what an adventure) and that I did not come along for two days. That requires some more kilometers, and some more technique. I’m going to practice that again on a course at Iede, and in the next long trip.
Wat: Familie-kanoweekend 2023 Waar: Nationaalpark de Weerribben Wanneer: 18-21 mei Deelnemers: 8 volwassenen en 8 kinderen in de leeftijd van 7 ā 13 jaar Accommodatie: Watersportcamping Tussen de Diepen, Blokzijl Tekst en foto’s: Amelia
Nadat we ons hadden geĆÆnstalleerd in de trekkershuisjes en de safaritenten was er nog tijd om een tochtje te maken naar het dorpje Blokzijl. Blokzijl was in de 17 e eeuw een welvarend dorp omdat het de toegangspoort naar de Zuiderzee was. Dat is ook goed te zien aan de stenen huizen die rond de jachthaven in het oude dorpshart te vinden. Sfeervolle restaurantjes en winkels die nu in de huizen gevestigd zijn, maken van het dorp een toeristische trekpleister. Nadat we ons welverdiende ijsje op hadden, klommen we weer in de kanoās en kajakken om terug te varen. Eenmaal terug staken de volwassenen de barbecue aan en speelden de kinderen meerdere potjes Weerwolven. Rond 23 uur lag iedereen in bed en was het stil op de camping.
De volgende dag vetrokken we vanaf de camping richting het noorden. We voeren door een landschap van moeras en rietvelden. De fauna die we tegen kwamen bestond uit libellen, libellen en nog meer parende libellen. Maar ook ooievaars en zwaluwen waren volop zichtbaar.
De vrijdag- en zaterdagavond brachten de kinderen op dezelfde manier als de donderdagavond: Weerwolven spelen. Kanoƫnde Weerwolven in de Weerribben.
De tocht op zaterdag begon (en eindigde) op camping de Kluft, in Ossenzijl. De vaarroutes in dit gebied worden druk bevaren door recreanten, die niet allemaal evenveel vaarervaring hebben. Het landschap hier is minder plat, langs de oevers groeien meer bomen en kun je op meerdere plekken aanleggen om te pauzeren. Camping de Kluft is een iets grotere camping met meer faciliteiten maar ook gelegen aan het water waardoor het mogelijk is in je kajak direct van de camping te vetrekken.
Wanneer gaan we weer? Weerwolven in de Weerribben?
Wist je dat gezinsleden tot 16 jaar maar ⬠25,00 aan contributie betalen bij Kano Club Rotterdam? Meldje zoon of dochter snel aan, want het is superleuk om samen te varen en deel te nemen aan dit soort kampeerweekenden, zoals je net gelezen hebt!
13 mei organiseerden we weer een kanotriatlon: 5 km kanoƫn, 25 km fietsen en 5 km hardlopen en dat allemaal op en rondom de Kralingse Plas. De 24 deelnemers kwamen vanuit het hele land en mede door het goede weer en de fantastische inzet van de vrijwilligers, was het weer een geslaagde editie. Winnaar dit jaar was Remko van der Lugt van Kano Club Rotterdam met een eindtijd van 1 uur, 28 minuten en 44 seconden. Snelste dame was Majken Juul Jensen in een tijd van 1 uur, 45 minuten en 42 seconden.
Ook in 2024 organiseren we weer een kanotriatlon, traditioneel op de tweede zaterdag in mei.